Gevaccineerden kunnen anderen ook nog steeds besmetten

In sommige opzichten is het menselijk lichaam te vergelijken met een machine, soms zelfs een zeer geavanceerde: het lichaam herstelt zich en past zich aan aan de omstandigheden. Alles hier over virologie, anatomie, biomedische technologie en genetica en nog veel meer.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Susan
Ik Ben
Berichten: 8400
Lid geworden op: 19 apr 2012, 05:58

Gevaccineerden kunnen anderen ook nog steeds besmetten

Bericht door Susan » 15 jun 2018, 23:08

Poliomyelitis wordt meestal kortweg polio genoemd.

Er is geen andere ziekte in Nederland die zulke sterke emoties oproept als polio. Elke
discussie rond vaccinaties draait binnen de kortste keren uit op een verwijzing naar het feit
dat, na de invoering van de poliovaccinatie in 1957, er geen grote polio-epidemieën meer
optraden. Kleine epidemieën (maximaal 110 gevallen) beperkten zich bijna uitsluitend tot
niet-gevaccineerden in groepen die zich op levensbeschouwelijke gronden niet laten inenten.
Het lijkt alsof elke discussie door dit voorbeeld eindigt in het gelijk van de
voorstanders van onbeperkt vaccineren.

Dit is op zich al onjuist want het mogelijke voordeel is daarmee nog niet afgewogen tegen de
nadelige gezondheidseffecten van vaccineren. Dat laatste laat zich met het huidige registratiebeleid
echter heel moeilijk in betrouwbare cijfers uitdrukken. Bijwerkingen worden sterk ondergerapporteerd
en zijn moeilijk aan de poliocomponent in het DaKTP/Hib/Hepatitis B (difterie, a-cellulaire kinkhoest,
tetanus, polio, haemophilus influenza type B, hepatitis B) vaccin toe te schrijven door toepassing in
deze combinatie.

De polio-epidemieën in 1952 (1712 gevallen) en 1956 (2206 gevallen) hebben geleid tot het
opstarten van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). In 1957 werd begonnen met het
vaccineren tegen polio, eerst met het losse gedode Salkvaccin, in 1962 gevolgd door de
combinatiespuit DKTP. Het vaccinatieprogramma werd zodanig strak geregeld dat Nederland
een van de hoogste vaccinatiepercentages ter wereld bereikte.


Het virus, verspreiding en besmetting.

Poliomyelitis, vroeger kinderverlamming genoemd, is een acute ontsteking van het grijze
ruggenmerg, waarbij vooral de motorische cellen (die de bewegingen sturen) worden
aangedaan. Het virus nestelt zich echter ook elders in het zenuwstelsel zoals in de
hersenvliezen en hersenstam. Het virus kan dan symptomen geven van:
 een virale infectie zoals griep
 meningitis (hersenvliesontsteking)
 verlammingen.
Het poliovirus behoort tot de entero-virussen (in het maag/darmkanaal voorkomend) van de
Picorna-groep. Andere bekende virussen uit deze groepen zijn het Coxsackie- en Echo-virus.
Er bestaan drie typen poliovirussen, type 1, 2 en 3 genoemd. Besmetting met één type geeft
levenslange immuniteit tegen slechts dat ene type. Alle epidemieën in Nederland behoorden
tot het type 1, behalve de laatste epidemie van 1992, dat was type 3.


Het optreden van polio in Nederland.

De ziekte wordt eigenlijk pas sinds 1887 gesignaleerd, kwam over de hele wereld endemisch
voor, alleen in de economisch rijke landen in de vorm van epidemieën. Endemisch wil
zeggen dat een ziekte over een langere tijd in een constante frequentie in een bevolking
voorkomt; we spreken van een epidemie wanneer zich in een korte periode plotseling meer
gevallen voordoen. Dit verschijnsel van epidemieën in Westerse landen heeft ertoe geleid
oorzaken te zoeken in de leef- en voedingswijze in deze landen.

Andere bronnen geven aan dat andere vaccinaties het afweersysteem zodanig verzwakken, dat
erna polio gemakkelijk uitbreekt. Dit verschijnsel wordt beschreven na de DKT- en pokkenvaccinatie.
De grote polio-epidemieën in de Westerse wereld lopen gelijk met de introductie van de massale
inentingen tegen difterie, kinkhoest en tetanus na de Tweede Wereld Oorlog.

Opvallend is ook dat polio-epidemieën in het verleden in Nederland steeds samenvielen met jaren waarin
veel meer pokkenvaccinaties werden gegeven. De eerste grote naoorlogse epidemie van 1952, werd
vooraf gegaan in 1951 door 2,5 x zoveel pokkeninentingen als het jaar ervoor, en introductie van
het DKT vaccin (difterie, kinkhoest, tetanus) in 1952.

Binnen enkele jaren werd in die tijd al 70% van de bevolking ingeënt. In 1956 volgde een
polio-epidemie met 2206 gevallen, het grootste aantal tot dan. Een andere mogelijke verklaring
voor het toenemen van polio-epidemieën in vooral de rijkere landen is de enorme productie en
toepassing van landbouwpesticiden, die vanaf 1915 begon, waarvan de bekendste DDT is,
een stof die zelfs rijkelijk binnenshuis werd toegepast en een sterk zenuwgif is en
verlammingsverschijnselen kan veroorzaken.


Alleen ongevaccineerden ziek?

Het verschijnsel dat de polio uitbraken na 1956 vooral bij ongevaccineerden voorkwamen,
vraagt om wat kanttekeningen voordat men te snel conclusies trekt uit dit unieke
Nederlandse verschijnsel:

- Bij de ongevaccineerde streng religieuze Amish gemeenschap in de VS trof men totaal
geen polio aan. Terwijl het poliovirus wel aanwezig bleek te zijn. De bescherming of
‘kudde-immuniteit’ was hier dus niet te danken aan de omringende gevaccineerden.

- Het zogenaamd ongevaccineerd zijn, van bijvoorbeeld een religieuze gemeenschap in
Nederland, is niet altijd in overeenstemming met de werkelijkheid. Ook in deze
groepen is soms de vaccinatiegraad zeer hoog, bijv. meer dan 87% in Staphorst tijdens
de polio uitbraak in 1992.

- Bij een uitbraak werd voorheen altijd met het orale levende poliovaccin ingeënt.
Het virus in het orale vaccin kan ook terug muteren tot een polio verwekkende vorm.
Omdat het een levend verzwakt vaccin is kan het op die manier contactpersonen
besmetten en daarmee ziek maken, dus bijdragen aan het ziek worden van de z.g.
ongevaccineerden.

- Mensen die kort voor het uitbreken van polioverschijnselen zijn gevaccineerd, worden
als niet-gevaccineerd vermeld. Zo was het 1e poliogeval van de uitbraak in 1992 wel
degelijk als baby van 2 maanden ingeënt met het orale poliovaccin en ziek geworden
op de dag van toediening.

- Gedeeltelijk gevaccineerden worden als ongevaccineerd geregistreerd.

- Een aantal mensen in de streng religieuze groeperingen laat zich ‘via de achterdeur’
vaccineren en komt niet in de statistieken.

- Ook is er stiekem gevaccineerd door huisartsen, in ieder geval tijdens de uitbraak van
1978, door een spatel met oraal vaccin te bevochtigen en dan zogenaamd
keelonderzoek te doen.

- Soms is er ook een uitbraak van polio in een bevolking met een hoge vaccinatiegraad,
zoals in Finland in 1984, waarschijnlijk door onvoldoende immuniteit tegen het Type 3
poliovirus. (Type 3 veroorzaakt sneller verlammingen)

https://nvkp.nl/fileadmin/nvkp/pdf/Doss ... 202015.pdf
voor wie weet, hoeft niets verklaard te worden
voor wie niet weet, is geen verklaring afdoende

Gebruikersavatar
Susan
Ik Ben
Berichten: 8400
Lid geworden op: 19 apr 2012, 05:58

Re: Gevaccineerden kunnen anderen ook nog steeds besmetten

Bericht door Susan » 15 jun 2018, 23:10

HET SABINVACCIN
Dit vaccin wordt bereid op basis een levend verzwakt virus en wordt toegediend via de
mond. Het wordt ook OPV (Oraal Polio Vaccin) genoemd. Voorstanders van het Sabinvaccin
zeggen dat dit meer afweerstoffen geeft, vooral door de afweer in de slijmvliezen van het
hele spijsverteringskanaal te activeren. Het wordt immers via de natuurlijke weg die het
wilde virus ook volgt, nl. via mond, ingenomen, waardoor het wilde virus bij besmetting
daar snel onschadelijk gemaakt kan worden.

Als nadelen van dit vaccin worden genoemd een lagere effectiviteit en het optreden van
meer bijwerkingen, waaronder het veroorzaken van polio zelf. Dat is ook de reden waarom
veel landen nu ijlings op het Salkvaccin overschakelen.
Veel van de nog voorkomende poliogevallen blijken veroorzaakt door het levende
vaccinvirus dat weer virulent (ziek makend) kan worden. Daarbij komen nog de nadelen die
aan levende vaccins kleven, vooral de kans op het optreden van auto-immuun reacties,
d.w.z. dat het lichaam antistoffen gaat aanmaken tegen lichaamseigen weefsels.


Bereiding van het Poliovaccin

Een virus kan voor de bereiding van de grote hoeveelheden alleen gekweekt worden op
dierlijk of menselijke cellen. Hiervoor werden en worden apen nieren gebruikt en vaak nog
dierlijke serums (rund). Lang heeft de productie wereldwijd honderdduizenden apen het
leven gekost en bracht tegelijk een groot risico met zich mee: de verontreiniging van de
vaccins met apenvirussen die men pas veel later ontdekte. Lees meer hierover onder SV40
en SIV virus verderop. Inmiddels is het gebruik van apen sterk beperkt door het gebruik van
VERO cellijnen, hierbij kunnen de apenniercellen eindeloos worden doorgekweekt.


HET SV40 VIRUS EN KANKER30
Het SV40 virus is een virus dat in apen aangetroffen is. Het apenvirus kwam in het vaccin
terecht via het kweekmedium voor het poliovirus, waarvoor apen nieren werden gebruikt.
Het gaat om een sterk kankerverwekkend virus dat zeker tussen 1954 en 1963 in zowel het
Sabin- als het Salkvaccin is aangetroffen.
Bij mensen wordt dit SV40 virus in veel tumorsoorten aangetroffen: mesenthelioma’s,
hersentumoren bij kinderen, chronische en acute leukemie, bottumoren, Non-Hodgkin lymphoma’s.
Bij dit laatste type troffen onderzoekers bij 42% van de gevallen het SV40 virus aan.
Deze kankersoorten zijn de afgelopen decennia sterk toegenomen.
Inmiddels zijn er zeker 100 betrouwbare onderzoeken die een verband leggen tussen met
SV40 verontreinigde poliovaccins en kankersoorten bij mensen die het SV40 bevatten.
Nederlanders geboren tussen 1942 en 1962 hebben een redelijke kans dat ze dit virus via de
poliovaccinatie hebben binnengekregen, en een type SV40 veroorzaakt pas op lange termijn
kanker.


Het SIV virus en het ontstaan van AIDS
Het SIV-virus (Simian lmmunodeficieney Virus) is een retrovirus bij de aap, dat zeer sterk
verwant is aan het menselijke Hiv-virus, dat bij AIDS patiënten wordt aangetroffen. Er zijn
enkele publicaties verschenen die aannemelijk maken dat dit SIV virus via de vaccinbereiding
in het poliovaccin is terecht gekomen en daarmee de oorzaak van het ontstaan van AIDS.

Vooral het indrukwekkend goed gedocumenteerde boek van Edward Hooper: The River34, van
ruim 1000 blz. maakt deze hypothese zeer aannemelijk. Zijn conclusies worden door veel
wetenschappers bekritiseerd en verworpen. Een goede samenvatting van zijn werk in 160
blz. is te downloaden. Over zijn werk is ook een prachtige documentaire gemaakt, ‘The
River’ via internet te bekijken.

De gebieden waar de eerste AIDS gevallen werden gelokaliseerd en waar AIDS het meeste voorkomt,
vallen samen met de gebieden waar de Amerikaanse polio-onderzoeker Koprovski tussen 1957 en 1960
op grote schaal een levend poliovaccin bereidde en testte op minstens 325.000 personen van de
plaatselijke bevolking in het huidige Zaïre, Oeganda en Burundi.
De eerste AIDS gevallen treden in 68% van de gevallen precies daar op waar het eerste poliovaccin
is toegediend. Het z.g. CHAT poliovaccin werd grotendeels ter plaatse onder primitieve
omstandigheden in het toenmalige Belgische Kongo bereid.

De Nederlandse chimpansee onderzoeker en filmer baron Hugo van Lawick, die zijn hele
leven al tussen deze dieren in Afrika doorbrengt, komt tot de kernachtige conclusie: zodra
de mens zich ermee bemoeit, gaat het verkeerd. Van de chimpansees is toen 25% gestorven.
Vroeger werden wilde dieren ervan beschuldigd ziektes naar de mens over te brengen, maar
in werkelijkheid is het omgekeerd”.


POLIOVACCINS EN BSE
Het is bekend dat het eten van vlees dat besmet is met de gekke koeien ziekte (BSE) bij
mensen de Creutzfeldt-Jakob ziekte kan veroorzaken. Zo was het Britse poliovaccin van de
firma Medeva gekweekt op foetussen van kalveren waardoor het BSE risico bestond.....
Minder bekend is dat bij de productie van het poliovaccin ook allerlei producten van runderen
werden gebruikt: kalf serum, glycerol van rundvet, gelatine en aminozuren uit botten,
spieren, enzymen en bloed. Er werden maatregelen genomen om besmetting te voorkomen, maar in
de VS bleken de regels in 2000 nog genegeerd te worden.

ANDERE DIERLIJKE VIRUSSEN
SV40, SIV en BSE zijn maar 3 van de vele virussen die in apen en koeien worden
aangetroffen. Zoals het RS virus dat al in 1956 in chimpansees werd aangetroffen en
tegenwoordig de belangrijkste oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij baby’s tot 1 jaar
is.

https://nvkp.nl/fileadmin/nvkp/pdf/Doss ... 202015.pdf
voor wie weet, hoeft niets verklaard te worden
voor wie niet weet, is geen verklaring afdoende

Plaats reactie