Om daar een lekker bondig, warrig antwoord op te geven. Soortgelijke vragen hebben mij het volgende beeld over materie gegeven:Tardis schreef:Materie kent geen onvoorwaardelijke liefde. Materie doet maar wat, gedraagt zich als speelbal van natuurkrachten. Materie gedraagt zich amoreel. Dan kom ik uit op twee tegengestelde uitersten: afwezigheid van moraliteit en onvoorwaardelijke liefde als tegenpool daarvan. Of moet ik zeggen afwezigheid van liefde? Dan krijg ik de mensen die beweren dat alles liefde is over me heen. Ik denk verder, maar in de tussentijd bent u vrij om mijn gedachten af te schieten.
- Materie is een trage vorm van energie met bijzondere eisen/eigenschappen (ruimtetijd).
- De functie van materie binnen ons universum is transformatie van energievormen.
En dat beeld sluit weer aan bij mijn vorige post. Wij als mens kennen de bijzonderheden aan materie toe. Maar bestaan die feitelijk ook?
Als ik via een annihilatieproces materie + anti-materie converteer naar energie dan is de resulterende energie uit te rekenen met E=mc2. De vraag die mij dan ook bezig houdt is wat die c2 daar precies doet. Mijn gevoel zegt iets raars, en wel dat je E=mc2 kunt lezen als:
Energie is equivalent aan materie + ruimtetijd
Vooruit, ik brabbel nog even verder, ik heb nog 30 minuten over.
Mijn gevoel daarover wordt ook gevoed door de implicaties van fenomenen als tijdrek en lengtekrimp. Deze fenomenen lijken voorbehouden aan materie, en niet aan energie. Dat is logisch als ik E=mc2 juist heb verminkt.
Feitelijk heb je dan een recept voor ons universum. Want dan staat er; Energie transformeer je naar materie en ruimtetijd.
Als we alle materie uit ons universum konden laten verdwijnen zou dat een vreemd effect hebben op het verstrijken van tijd. Die versneld dan tot oneindig. En dan bestaan verleden, heden en toekomst tegelijkertijd. Theoretisch zou dit dus plaatsvinden in een absoluut vacuüm, maar in de praktijk werkt dat niet omdat geen absoluut vacuüm geschapen kan worden waar gravitationele invloeden geen rol spelen.
Daarbij betekent E=mc2 dan eigenlijk ook dat ruimtetijd niet bestaat bij afwezigheid van materie. En zo is ook mijn beeld van een 'opperwezen' tot stand gekomen.
Voor het ontstaan van dit universum bestond er geen mc2 blijkbaar. Een situatie met enkel E is moeilijk voor te stellen, het kent geen lengte, breedte, diepte en alle tijd zit in 1 moment gepropt. Daaruit volgt weer dat alles wat kan gebeuren tegelijkertijd gebeurt.
Als binnen dit universum, in een zeer beperkt stuk tijd bewustzijn heeft kunnen ontstaan (er voor het gemak van uitgaande dat dit een emergent fenomeen van Biologisch leven is) dan zegt mijn gevoel dat E ook een vorm van bewustzijn moet bezitten.
Als aan 'de Alpha' bewustzijn toegekend wordt, dan is emergentie bij biologisch leven overbodig om bewustzijn te verklaren. Dat is een flauwe redenatie, maar ik probeer hiermee enkel het bekende op het onbekende te projecteren.
Zodoende duidt ik E als 'Alpha', ken daar bezieling aan toe, en om die reden ken ik dus ook bezieling toe aan m. c2 is dan het medium waar m zich met zijn bezieling doorheen beweegt.
Zo, uitgebrabbelt.