Specerijeilanden (de Molukken)
Molukse specerijen waren waarschijnlijk reeds lang voor de geboorte van Christus bekend in China. De eerste Europese verwijzing naar kruidnagelen is te vinden in de ‘Natuurlijke Historie’, door Plinius de Grote geschreven in 75 n. Chr. In het oude Rome. Honderd jaar later staat dezelfde specerij ook op een Romeinse lijst van invoerrechten van 176-180 n. Chr., tijdens de heerschappij van keizer Marcus Aurelius. Hieruit mag de voorzichtige conclusie getrokken worden dat kruidnagelen regelmatig door de oude Romeinen werden ingevoerd. Kruidnagelen worden eveneens vermeld door een Byzantijnse Griek omstreeks 650 n. Chr. En door de Arabische aardrijkskundigen Edrisi (12e eeuw) en Quazwini (13e eeuw). De laatste noemt de aanwezigheid van kruidnagelen in de in die tijd florerende stad Mainz in Duitsland, waarmee het gebruik ervan in het middeleeuwse Noord Europa vaststaat
De oudste bronnen
De eerste beschrijving van de Specerijeneilanden (de Molukken) verschijnt reeds in 846 n. Chr. En is geschreven door een andere Arabier, Ibn Chordabeh. Hoewel de ligging van de Molukken al geruime tijd bij Arabieren bekend moet zijn geweest, zijn ze weggelaten op hun kaarten, Wellicht omdat de Arabische kooplieden de ligging als handelsgeheim wilden bewaren, om concurrentie van anderen op een markt waarin fabelachtige winsten gemaakt konden worden, uit te sluiten. Pas omstreeks 1440 verschijnen de Molukken, wellicht voor het eerst, op een getekende kaart. Daarop vindt men in het Italiaans een notitie, dat deze eilanden nootmuskaat en andere specerijen groeiden. Toen hun ligging een maal bekend was in Europa, kon de race naar de Specerijeilanden beginnen, die voor hun bewoners de loop van de geschiedenis veranderde en het wereldbeeld van Europeanen drastisch wijzigde.
Over het algemeen onderscheiden de Molukkers zes belangrijke periode in hun geschiedenis.
1. Zaman Nenek-Mojang (Tijdperk van de voorouders)
Dit is de niet duidelijk af te bakenen periode vanaf het begin op de berg Nunusaku (de berg waar de oorsprong van alle Molukkers begint) tot en met de periode van de islamisering. Ze omvat de omzwervingen van de voorouders van elke clan totdat ze zich voorgoed vestigden in het kustgebied en oorlog voerden met andere clans. Het tijdperk wordt gewoonlijk ook aangeduid als Zaman Hindu (Tijdperk van de heidenen), heidenen, omdat vooroudergeloof voor vooral christenen occult en heidens was en nog steeds is, en dat werd in deze tijd door iedereen beoefend, en men had het goed in deze tijd.
2. Zaman Portugis (Tijdperk van de Portugezen)
Dit is het begin van 450 jaar Europese overheersing (als ik terug kon gaan in de tijd had ik dit zeker tegen gehouden). Dit is de periode van de eerste contacten en ervaringen met blanke Europeanen, gewoonlijk aangeduid als ‘orang bermata kutjing’ (mensen met kattenogen), welke naam zij kregen vanwege hun blauwe en groene ogen.
3. Zaman Vlaming (Tijdperk van de Vlaming)
Deze benaming omvat het hele VOC-bewind in de Molukken, maar duidt vooral op de trauma van het Nederlandse specerijenmonopolie en de zogenaamde hongi-tochten (Nederlandse strafexpedities onder de VOC tegen Molukse dorpen die het specerijenmonopolie trotseerden).
4. Zaman Pattimura (Tijdperk van Pattimura)
Deze naam slaat op de periode aan het begin van de 19e eeuw toen de Ambonese christenen voor de laatste keer probeerden de ketenen van het Nederlandse kolonialisme te verbreken.
5. Zaman Kompeni (Tijdperk van het Nederlandse leger)
Dit is de periode waarin steeds meer Molukkers dienst nemen in het Nederlandse leger en waarin ze gaan samenwerken met de Nederlanders in hun pogingen om de rest van het voormalige Nederlands-Indië te veroveren en er later de orde te handhaven. De periode eindigt in 1950 met het mislukken van de poging een onafhankelijke Zuid-Molukse Republiek te stichten.
Generaal Van Heutz en zijn officieren in 1903 bij de bestorming van Batoe Ilië op Aceh (Atjeh). Met de beëindiging van de Aceh-oorlog (1873-1904) was het Nederlandse gezag in heel Nederlands-Indië gevestigd.
6. Zaman Repubik (Het tijdperk van de Republiek)
Dit markeert de periode sinds de Indonesische onafhankelijkheid. In deze periode worden eilanden zoals de Molukken, Timor, Papua en andere eilanden gekoloniseerd door Javanen, een soort van Palastijnen en Joden effect, alleen met de bedoeling om 1 ras te maken, een Islamitisch Javaans ras, wat ze nooit zal lukken.