Op 29 mei 1953 bereikten de Nieuw-Zeelander Edmund Hillary en zijn sherpa Tenzing Norgay als eersten de top van de Mount Everest. Zo staat het in alle geschiedenisboeken, maar een nakende expeditie kan die geschiedenis misschien herschrijven.
In 1924 waagden George Mallory en Andrew Irvine namelijk ook een poging. De twee Britten werden zelfs op enkele honderden meters van de top gespot, maar zijn nooit meer levend beneden geraakt. Pas in 1999 werd het lichaam van Mallory teruggevonden. Een nieuwe expeditie wil nu op zoek gaan naar het lichaam van zijn collega Irvine.
Velen zijn er immers van overtuigd dat als de twee inderdaad de top hebben gehaald, ze daar op zijn minst een foto van hebben gemaakt. Bij de vondst van Mallory in 1999 werd echter geen camera aangetroffen, dus gaan enkele historici ervan uit dat de eventuele bewijzen bij Irvine gevonden kunnen worden. De nieuwe expeditie wil voor eens en voor altijd uitsluitsel brengen.
Toch is niet iedereen voor dat idee gewonnen. In de eerste plaats Julie Summers, een nazaat van Irvine die de biografie van haar voorvader heeft geschreven. Zij houdt van het mysterie van de twee bergbeklimmers die in de dichte mist op de berg verdwenen. "Het is toch mooi dat het mysterie al jarenlang standhoudt. Laat ons het zo houden."
Anderen zijn niet overtuigd. "De geschiedenis is wat ze is, en we moeten er geen mythologie van maken", zegt filmmaker Graham Hoyland, een van de drijvende krachten achter de expeditie.
Bron HLN.
<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<<
Mysteries zijn leuk, maar als men bewijs vind dat de anderen twee klimmers er eerder waren moet dat bekend worden gemaakt.
Ze hebben het verdiend dan om in de geschiedenisboeken te staan.