Zoeker schreef:Gast1 schreef: De gorilla hoeft ook niets te weten van jouw gekijk door zijn ogen ... Het gaat er om of je jouw ogen kunt openen waar wij mensen mee bezig zijn. Ik heb het niet over jou specifiek, maar over dat wat de mens doet met zijn mede-aardbewoners en hoe het dier het 'ziet' en beleefd ...
Ik heb daar niet veel vertrouwen in, in 'de mens'. De mens gedraagt zich als een parasiet die de aarde verwoest. En we weten waar parasieten normaliter eindigen… 7 miljard parasieten al weer. Wat moet ik er mee? Niks! De mens gaat zijn gang maar, de natuur herstelt wel weer.
De aarde zal weer beter worden en genezen van de ziekte die 'mens' heette. De opgewarmde aarde zal wel weer eens afkoelen en nieuwe diersoorten zullen verschijnen en wie weet komt er over 100 miljoen jaar wel een waarlijk intelligent wezen. Nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Wie weet zijn wij weer van de partij, Gast1.
Ondertussen lag ik een paar jaar terug op mijn ligbedje. Er lopen hier veel hazen en die zijn normaliter bang van de mens met zijn lange stok.
De haas zag mij liggen en bekeek mij van een meter afstand. We keken elkaar IN de ogen en niet door elkaars ogen. Zo keken we 10 minuten naar elkaar en toen ging hij weer verder. Er hoefde niets gedacht te worden, we hoefden er alleen maar te zijn.
Zoals je de mens omschrijft, heb ik de mens eender beschreven.
Met dezelfde woorden zelfs.
God’s grootste en perfecte creatie (cynisme-modus), een kopie van zijn evenbeeld en inderdaad, als je het oude testament leest, klopt dat wel.
Ook deze ‘god’ was een moordenaar ende massamoordenaar, waar Hitler en consorten bij verbleken.
Deze god is volgens de overleveringen perfect en maakt geen fouten, dus is de mens precies zo geworden zoals hij het gewild heeft, maar dat terzijde.
Bijzonder dat verhaaltje van die haas.
Nu volg je mij helemaal in dat wat ik bedoel met het openingstopic, ‘Door de ogen van een dier’…
Gisteren ben ik gaan wandelen met een vriend in een natuurpark in de Moezelstreek.
Nee, geen regen. Schitterende wandelweer met een flets zonnetje.
We liepen in het Eltzbachtal langs het riviertje en het is niet te omschrijven hoeveel vogelsoort-geluiden we hebben gehoord.
Tijdens die eerste wandeling van ongeveer 16 km. zijn we geen enkele mens tegengekomen, waarschijnlijk omdat we heel vroeg daar waren.
Het riviertje meanderde behoorlijk en dat maakte de wanteltocht avontuurlijk.
Op een bepaald moment weken we even van de route af en gingen een boterham eten.
Dat deden we op een plek waar het riviertje niet meanderde.
We gingen op een boomstam zitten en we keken een anderhalve kilometer over de ongeveer 20 meter brede en daar ter plekke ondiepe rivier.
Op sommige plekken was het water ‘stil’ en op andere plekken zag je het weer stromen.
Links en rechts van het water stonden bomen met een redelijk open bladerdak zodat de fletse zon hier en daar een zonnestraal op het water gooide.
We hadden niet in de gaten dat we vlakbij een ijsvogelnest (holletje) zaten, totdat we de diertjes over het water zagen vliegen.
Daar waar de zon door het bladerdak kwam en op de diertjes scheen, leken het wel blauwe lichtgevende diamanten.
Dat er een nest ‘moest zijn’ was iets waar we later achter kwamen.
Het leek wel een sprookje met al dat moois en dat vogelgefluit.
De ijsvogeltjes waren een beetje onrustig, omdat er iets vreemds bij hun nest in de buurt was.
Ze zagen grote ‘dieren’ met vreemde kleuren …
Even later verschenen twee herten, een mannetje en een vrouwtje vanuit de linkerkant uit het bos die naar het water liepen.
Dat was op een meter of dertig afstand van ons. Wij bewogen ons niet en we reageerden niet.
Het vrouwtje dronk en het mannetje keek naar ons.
Daarna waadde het vrouwtje naar de overkant en verdween het bos in.
Het mannetje keerde om en begon ietsje later te ‘blaffen’ naar het vrouwtje.
Een vijf minuten later kwam het vrouwtje terug en keek naar ons.
Daarna sprong het door het water naar de andere kant richting het blaffende mannetje.
We hoorden, toen het vrouwtje uit onze ogen verdwenen was, nog veel meer geblaf en geritsel in het struikgewas.
Wat ging er in deze dieren om? Hoe zagen en ‘voelden’ zijn ons? Mijn vriend zei toen plots: “Kijk hier!” …
Een prachtige en grote hazelworm. Het diertje zat roerloos en had ons duidelijk gezien.
Waarschijnlijk was het stokstijf geschrokken van deze gigantische dieren, afwachtend wat er zou gaan gebeuren.
We konden het dier ‘aanraken’ en toen bewoog het. Echter niet in paniek.
Die paniek ontstond er wel toen we het dier oppakten en er foto’s van maakten.
Ik heb er een macro-opname van gemaakt en zal hem hier nog plaatsen.
We lieten het dier weer waarna het snel verdween.
Wat wij als mensen als ‘realistisch sprookje’ ervoeren, ervoeren deze dieren anders dan wij.
Wij waren één en dat is iets wat ons mensen als eenheid van alles kan doen beseffen.
Een dier is daar niet mee bezig en IS en is tevens geconditioneerd met alle eerder opgedane ervaringen.
Maar de dieren die zij in ons waarnamen, waren voor hen vreemd. Er gebeurde immers niets.
Wanneer dieren nooit eerder in ‘aanraking’ met een mens zijn geweest, gedragen zij zich ook anders … en ze zien ons niet meteen als mogelijke vijand.