Filosoof Hans Achterhuis
Geplaatst: 10 nov 2010, 20:14
(Hans Achterhuis, m.i. een kanjer. Hier 2 titels van hem.)
Van stoommachine tot cyborg: denken over techniek in de nieuwe wereld.
Het Europese filosoferen over techniek staat vaak in het teken van de negativiteit. Er wordt gesproken over grenzen aan techniek en onderschikking van techniek aan vaststaande morele waarden. De gevaren van techniek worden beklemtoond, de dreigingen breed uitgemeten. 'Techniek' staat hier voor een fundamentele benaderingswijze van de werkelijkheid waarvan de heerschappij wordt aangeklaagd en afgewezen. Voor zover er op concrete technische ontwikkelingen wordt ingegaan, gebeurt dit meetal vanuit een ethiek die grenzen pretendeert te bewaken en ontwikkelingen af te remmen.
Het Amerikaanse denken over techniek is meer pragmatisch en concreet. Techniek wordt geanalyseerd via de apparaten en systemen die ons omringen. Bovendien is de uitgangshoudingvan waaruit moderne technologie onderzocht wordt, meer open en vragend. Niet alleen de bedreigingen maar ook de vele nieuwe perspectieven en mogelijkheden die geboden worden, komen aan bod. In deze benadering wordt eerder intern, van binnenuit over technische ontwikkelingen meegedacht. De kansen op maatschappelijke sturing van techniek blijken hier verrassend veel groter dan in de meer externe Europese benadering. In deze bundel worden in ons land relatief onbekende, Amerikaanse denkers geïntroduceerd: Albert Borgmann, Hubert Dreyfus, Andrew Feenberg, Donna Haraway, Don Ihde en Langdon Winner.
De maat van de techniek
Terwijl de filosofen nadachten en schreven over de wenselijke inrichting van de moderne maatschappij, waren de technologen bezig hun versie ervan te verwerkelijken. -- Deze observatie van Michel Foucault geeft aardig weer hoe vanaf het begin van de 18e eeuw filosofie en technologie heel verschillende wegen gingen. Sindsdien verkeren we steeds meer in een door technologie bepaalde cultuur. De moderne mens leeft volgens Jacques Ellul niet meer in een biotoop maar in een technotoop. Door Lewis Mumford wordt de moderne maatschappij beschreven als een machine waarvan wij de radertjes vormen.
Pas recent begint de filosofie over het verschijnsel 'techniek' na te denken. In Nederland heeft deze reflectie op de techniek in tegenstelling tot elders nog nauwelijks gestalte gekregen. De maat van de techniek introduceert een aantal toonaangevende denkers op dit terrein. De filosofieën van Günther Anders, Jacques Ellul, Arnold Gehlen, Martin Heidegger, Hans Jonas en Lewis Mumford worden geïnterpreteerd en met elkaar geconfronteerd. De actualiteit van hun denken wordt zichtbaar door dit te betrekken op eigentijdse technologische ontwikkelingen. Centrale ethische vraag hierbij is in hoeverre de techniek nog ruimte geeft aan het door Jonas uitgewerkte principe 'verantwoordelijkheid'. Kan de mens de techniek nog met een normatieve maat meten, of legt de techniek ons haar maat, haar technische normen en maatstaven op?
Van stoommachine tot cyborg: denken over techniek in de nieuwe wereld.
Het Europese filosoferen over techniek staat vaak in het teken van de negativiteit. Er wordt gesproken over grenzen aan techniek en onderschikking van techniek aan vaststaande morele waarden. De gevaren van techniek worden beklemtoond, de dreigingen breed uitgemeten. 'Techniek' staat hier voor een fundamentele benaderingswijze van de werkelijkheid waarvan de heerschappij wordt aangeklaagd en afgewezen. Voor zover er op concrete technische ontwikkelingen wordt ingegaan, gebeurt dit meetal vanuit een ethiek die grenzen pretendeert te bewaken en ontwikkelingen af te remmen.
Het Amerikaanse denken over techniek is meer pragmatisch en concreet. Techniek wordt geanalyseerd via de apparaten en systemen die ons omringen. Bovendien is de uitgangshoudingvan waaruit moderne technologie onderzocht wordt, meer open en vragend. Niet alleen de bedreigingen maar ook de vele nieuwe perspectieven en mogelijkheden die geboden worden, komen aan bod. In deze benadering wordt eerder intern, van binnenuit over technische ontwikkelingen meegedacht. De kansen op maatschappelijke sturing van techniek blijken hier verrassend veel groter dan in de meer externe Europese benadering. In deze bundel worden in ons land relatief onbekende, Amerikaanse denkers geïntroduceerd: Albert Borgmann, Hubert Dreyfus, Andrew Feenberg, Donna Haraway, Don Ihde en Langdon Winner.
De maat van de techniek
Terwijl de filosofen nadachten en schreven over de wenselijke inrichting van de moderne maatschappij, waren de technologen bezig hun versie ervan te verwerkelijken. -- Deze observatie van Michel Foucault geeft aardig weer hoe vanaf het begin van de 18e eeuw filosofie en technologie heel verschillende wegen gingen. Sindsdien verkeren we steeds meer in een door technologie bepaalde cultuur. De moderne mens leeft volgens Jacques Ellul niet meer in een biotoop maar in een technotoop. Door Lewis Mumford wordt de moderne maatschappij beschreven als een machine waarvan wij de radertjes vormen.
Pas recent begint de filosofie over het verschijnsel 'techniek' na te denken. In Nederland heeft deze reflectie op de techniek in tegenstelling tot elders nog nauwelijks gestalte gekregen. De maat van de techniek introduceert een aantal toonaangevende denkers op dit terrein. De filosofieën van Günther Anders, Jacques Ellul, Arnold Gehlen, Martin Heidegger, Hans Jonas en Lewis Mumford worden geïnterpreteerd en met elkaar geconfronteerd. De actualiteit van hun denken wordt zichtbaar door dit te betrekken op eigentijdse technologische ontwikkelingen. Centrale ethische vraag hierbij is in hoeverre de techniek nog ruimte geeft aan het door Jonas uitgewerkte principe 'verantwoordelijkheid'. Kan de mens de techniek nog met een normatieve maat meten, of legt de techniek ons haar maat, haar technische normen en maatstaven op?