Orgaandonatie, méér dan een medische ingreep!
2012 © Ellorene Westerhout
Ellorene Westerhout, arts en regelmatig columnist op WantToKnow. (klik voor haar site)
Ben jij al donor? Deze week wordt er campagne gevoerd om mensen op te roepen om orgaandonor te worden. Een blik BNers is uit de kast getrokken om mensen over de streep te trekken. De wervingsactie via de moderne media van 22 oktober leverde in 2012 al 15.000 nieuwe registraties op. Natuurlijk is onze bereidheid om andere mensen te helpen groot. Maar hoever willen we en kunnen we gaan in onze medemenselijkheid? In hoeverre mogen we aan ons eigen ‘lijfs’-behoud denken als er ernstig zieke mensen om ons heen zijn? Ja, er zijn mensen van wie we alles mogen hebben. Maar er zijn ook mensen die hun organen (liever) niet willen afstaan. En er zijn ook mensen die niet weten wat ze hiermee aan moeten. Ik hoop voor de laatste groep deze materie wat in kaart te brengen.
‘Het komt er niet van’..?
Tot nu toe was de donorregistratie vrijwillig. Dit heeft kennelijk niet genoeg aanmeldingen opgeleverd. Recent hebben medisch specialisten en patiëntenverenigingen de media opgezocht met hun dwingende wens om het registratiesysteem aan te scherpen. D66 ging hen al voor in augustus (campagnetijd!) met een voorstel voor een actief donorregistratiesysteem, in te voeren via een initiatiefwet. Deze wet wil ons dwingen een keuze te maken tussen wel of geen donor zijn en bij geen gehoor word je automatisch als donor geregistreerd. We zullen wakker moeten worden om te weten wat een goede keus is.
Uit onderzoek is gebleken dat bij veel mensen ‘het er niet van komt om zich te registreren’. Dat zal zeker dikwijls het geval zijn en ook wel begrijpelijk in deze tijd van een hoge dosering aan informatie en appèls. Toch houd ik er ook rekening mee dat mensen de beslissing voor zich uit schuiven, omdat ze niet weten wat ze moeten doen of omdat ze het ‘ergens niet willen’.
De informatie over orgaandonatie en de campagnes leggen veel nadruk op solidariteit en belichten nauwelijks het subjectief-fysieke aspect. Er gaat veel aandacht naar de ontvanger en de consequenties voor de gever worden maar beperkt in beeld gebracht. Bij orgaandonatie ligt de nadruk op het afstaan van onze organen na onze dood. Hoewel een aantal mensen hiermee geen probleem heeft, zijn er ook mensen die hier vraagtekens bij hebben of zich hier ongemakkelijk over voelen. Voor hen is te weinig oog en oor.
Gebrek aan bewustzijn?
In onze cultuur en in de westerse wereld wordt het lichaam beschouwd als een massa vlees. Dat klinkt oneerbiedig, maar daar komt het wel op neer: ons lichaam bestaat uit cellen, organen en weefsels die door middel van complexe processen één functionerend organisme vormen. Een knap knutselwerkje van de natuur volgens velen, een wonderbaarlijke creatie van God volgens anderen.
Er is weliswaar onderzoek gedaan naar immateriële aspecten van ons lichaam, bv. energetische en ook naar de samenhang van geest en lichaam, maar hieraan wordt slechts een minimale plaats toegekend in de gevestigde wetenschap. Bovendien is in onze cultuur het thema sterven en dood zwaar onderbelicht, zodat we er weinig over weten dan wel voeling mee hebben.
Er is eveneens onderzoek gedaan naar energetische en spirituele aspecten van het stervensproces en de dood, maar deze informatie wordt nauwelijks gebruikt. Het probleem is dat deze terreinen van leven niet in het heersende denkbeeld passen. Zodoende zitten we met een gebrek aan bewustzijn als het gaat om sterven, dood, ziel, het persoonlijke lichaam.
(plaatje met tekst verwijderd...was véél te groot)
Je bent een lafaard als je niet doneert.. Dat staat er eigenlijk..!! Gaan we in Nederland ook die kant op..?
Organen zijn meer dan ‘vlees’..!
In onze cultuur wordt dus gewerkt vanuit de visie dat onze organen en weefsels slechts biochemische substanties zijn. Knap in elkaar gefabriceerd, maar niets meer en niets minder. Vanuit dit materieel geconcentreerde bewustzijn kan je ook niet anders. Maar als je bewustzijn verder reikt, ben je je er van bewust dat er ook andere aspecten een rol spelen.
Dat kun je verschillend benoemen, er is geen eenduidige taal hiervoor ontwikkeld. Ik begin maar met het gebruik van het woord ‘ziel’, als begrip voor een persoonlijke energie.
Welnu, al onze organen en weefsels, al onze cellen zijn doorspekt met deze persoonlijke energie. Ons hele lichaam is in feite bezield. En in onze ziel ‘ligt’ alle informatie opgeslagen over wie we zijn, wat we hier komen doen en wat we hebben meegemaakt. Dat is een heleboel informatie. Het is deze persoonlijke energie die ‘het’ vlees tot ‘ons’ vlees maakt. Ons lichaam manifesteert zich natuurlijk duidelijk als substantie: een ingewikkeld maar goed georganiseerd systeem van cellen waarin doorlopend processen plaatsvinden, waarbij stoffen worden opgebouwd, afgebroken en omgebouwd.
Zo simpel als het lijkt is het dus niet..!
Dit materiële aspect is inmiddels grotendeels in kaart gebracht. Onze ziel wordt bestudeerd door aparte wetenschappen, maar de connectie tussen ziel en lichaam is een nog onontgonnen terrein, ondanks dat er wel onderzoek naar gedaan is en wordt. Echter, onderschat ons eigen bewustzijn niet. Met dit vermogen kunnen we hier veel verkennen en ontdekken.
Van informatie naar orgaan!
Ons lichaam draagt informatie in de hoedanigheid van materie, onze ziel draagt informatie in de hoedanigheid van energie. Deze informatie betreft vele en gevarieerde aspecten van onze persoonlijkheid die zich over meerdere dimensies uitstrekken. Dit alles is georganiseerd in een uitgebalanceerd energiesysteem wat zich manifesteert als een complex energiepatroon. Het is een deel van onze aura, om deze term er maar bij te halen.
Dit patroon vormt het sjabloon voor de lichaamsstructuren. De vorm van het menselijk lichaam als zodanig ligt besloten in een collectief energiepatroon. Hierbinnen zijn er nog varianten per klimaat en andere omgevingsfactoren en in ieder individu heeft elk orgaan en elk weefsel een persoonlijke karakteristiek. Het functioneren van onze organen wordt enorm sterk beïnvloed door het energieveld dat hen ‘omgeeft’. Het is een verkeerd woord, want de energie omgeeft ons lichaam niet, maar ìs ons lichaam in energie”vorm”.
De fysieke overdracht van een orgaan, is méér dan een fysiek proces.
De energie van een orgaan zit dus op dezelfde ‘plek’ als het fysieke orgaan; je kunt ook zeggen dat ze beiden dezelfde ruimte innemen waarbij overigens de energiecomponent zich vrijelijk kan bewegen door het hele systeem. Het ‘substantiële’ orgaan is dus plaatsgebonden, maar het ‘energetische’ orgaan niet. De orgaanfunctie wordt sterk beïnvloed door het stukje informatie van onze ziel dat hieraan gekoppeld is. Zo kan het functioneren versterkt, belemmerd, ondersteund of gebalanceerd worden vanuit de ziel.
Er zijn diverse therapeutische methoden die met deze koppeling van energie-fysiek werken. Wie hiermee bekend is heeft de ervaring dat het herstellen van de balans of het opheffen van blokkades klachten en symptomen kan doen verdwijnen. Het betekent ook dat we vanuit ons bewustzijn meer invloed kunnen uitoefenen op ons lichaam en onze gezondheid dan algemeen wordt aangenomen.
Er is echter een tendens om deze kennis verkeerd te interpreteren. Wat als een menselijk vermogen beschouwd kan worden wordt gauw verbasterd tot een aansprakelijkheid. En de stap van aansprakelijkheid naar schuld is dan snel gemaakt. Ziek zijn is niet eigen schuld dikke bult. Je kan het wel als een gelegenheid oppakken om bewust te worden van nieuwe mogelijkheden.
Orgaandonatie als testament
De donorregistratie gaat vooral over het afstaan van je organen als je dood bent. Maar wanneer ben je dood? Medisch gezien moet een orgaan zo snel mogelijk uit je lichaam gehaald worden om de overstap naar de ontvanger te laten slagen. De medische parameters voor ‘dood’ lopen echter niet synchroon met de energetische of spirituele parameters. Het stervensproces lokaliseren we nu als periode tot aan het moment dat je je laatste adem uitblaast of tot het moment dat je hersendood bent. Hierna worden we dood verklaard.
De cover van het verbijsterende boek van Renate Greinert (klik voor lead)
Energetisch werkt dat echter niet zo. Nadat je je laatste adem hebt uitgeblazen, en ook als er medisch hersendood is vastgesteld, bevindt zich nog veel energie in je lichaam. Zelfs je persoonlijke energie heeft zich nog niet geheel uit je lichaam terug getrokken. Energetisch bevind je je nog steeds in het stervensproces dat pas voldoende afgerond is na vier à vijf dagen, gemiddeld genomen. Dit is van oudsher de periode tussen sterven en begraven. Althans in onze cultuur.
Er zijn culturen waarin men binnen 24 uur het lichaam van de overledene begraaft of cremeert. Hoe dit uitwerkt op de ‘uitgestapte ziel’ hangt samen met de denkbeelden over geboorte, leven en sterven. Maatgevend is hoe deze processen in het collectief bewustzijn zijn “opgeslagen”.
Overigens erkennen het zen-boeddhisme en shintoïsme de hersendood niet als criterium voor dood. Hier wordt ‘hara’, een energiecentrum onder de navel, als maatstaf voor leven en dood genomen.
Wanneer ons lichaam direct na de laatste ademtocht opengesneden wordt om een of meerdere organen te laten verwijderen, dan bevindt een deel van onze persoonlijke energie zich nog in ons lichaam. Hèt lichaam is nog steeds òns lichaam en onze organen zijn nog ‘vervuld’ van onze persoonlijkheid. De overledene ondergaat dan eigenlijk een amputatie en de ontvanger krijgt een ‘beladen’ orgaan. Dat kan voor beide partijen problemen op leveren. Het kàn… het hoeft niet, maar het is wel iets waar we nu geen rekening mee houden en dat is een ontbrekende schakel die ons mogelijk voor nieuwe problemen kan stellen.
Complicerende overlijdenssituaties
Overlijden door een ongeval
Met name jonge mensen hebben nog zeer vitale organen waardoor deze uitermate geschikt zijn voor transplantatie. Door onze onbekendheid met het sterven en de dood komt de uitgestapte ziel jammer genoeg in een zeer verwarrende en ongelukkige situatie. Hij kan zijn lichaam niet meer in, maar identificeert zich er nog volledig mee. Hij begrijpt dan niet wat er aan de hand is en waar hij is. Soms is de ontreddering erg groot.
Het verwijderen van organen kan dan een afschuwelijke ervaring zijn voor de ziel. Het zou dan ook ondersteunend werken als er iemand is die de overleden ziel duidelijk kan maken wat er aan de hand is, waar hij zich bevindt en waar hij naartoe kan gaan. Gedurende dit contact kan ook de orgaandonatie ter sprake worden gebracht.
Het communiceren met net overleden personen is betrekkelijk gemakkelijk, omdat hun bewustzijn nog voldoende aangesloten is op ons collectief bewustzijn. Ik kan in zijn algemeenheid niet inschatten hoeveel tijd dit vergt, maar er zullen gevallen zijn waarbij de tijd die de ambulance nodig heeft om het ziekenhuis te bereiken voldoende is om het ‘gesprek’ te voeren en af te ronden.
Overlijden door een misdrijf
Hier moeten we er rekening mee houden dat aan deze manier van overlijden meestal een bedreigende situatie vooraf gaat. Dit veroorzaakt een grote stresstoestand zowel in het lichaam als in de ziel. Als we hier niets mee doen dan gaat hier een dubbel effect vanuit.
Overlijden door zelfdoding
In veel gevallen is het de persoon die voor de dood kiest en niet de ziel. Dit is een lastige tegenstelling. Bij zelfdoding wordt het lichamelijk leven met geweld beëindigd. Na het klinisch overlijden zijn lichaam en ziel nog sterk doordrongen van alle frustraties, emoties en gedachten die tot de suicide geleid hebben. Deze kleven nog aan de organen en de weefsels als geheugen, in energievorm, wanneer ze uit het dode lichaam verwijderd en in de levende ontvanger geïmplanteerd worden.
Hoe te doneren?
Wat mij betreft is het niet een kwestie van wel of niet doneren, maar meer van hoe gaan we het doen? Als we bij leven een orgaan afstaan, dan hebben we de mogelijkheid om ons orgaan te ont-persoonlijken. De donor laat dan niet alleen zijn orgaan medisch uitsnijden, maar neemt er ook bewust afscheid van. Dit klinkt misschien vreemd in de oren, maar energetisch werkt het zo en is het belangrijk om je lichaam (bij leven) èn je ziel (bij leven en in de dood) goed te laten herstellen. Een kant-en-klaar recept heb ik niet, ieder moet het voor zichzelf uitvinden, maar ik wil wel wat aanwijzingen geven.
Wat bv. goed werkt is: contact met je orgaan maken en het bedanken voor de trouwe dienst. Het orgaan laten weten wat ermee gaat gebeuren en wat je ertoe gebracht heeft het af te staan. Het gaat in wezen om een goed afscheid nemen van je orgaan.
Er zijn voorbeelden van familieleden die een orgaan afstaan. Meestal is dit een daad van diepe liefde en dat is een hele positieve en veilige manier om iets dat zó innig met jou verbonden is weg te geven. Het doneren van een orgaan kan dus wel, maar doe het met een groter besef dan “even een medische ingreep”. Het zou mooi zijn als artsen hierbij een begeleidende rol zouden spelen, maar dan moeten zij zich willen verdiepen in dit domein van “tussen geest en lichaam”.
Ook is het mijns inziens mogelijk om je organen af te staan na je dood, maar niet op de huidige manier. Om te beginnen denk ik dat het belangrijk is dat we bij leven het besluit tot orgaandonatie zorgvuldig nemen. Dat we hierbij een kritische afweging maken of ze zich willen laten afstaan en of ze energetisch in orde zijn. Iedereen heeft wel een zwakke plek in zijn lichaam. De organen die tot een zwakke plek behoren zijn energetisch niet optimaal om in een ander lichaam tot volledige ontplooiing te komen. Organen die tijdens het leven langdurig belast zijn, kunnen in de ontvanger voor vreemde problemen zorgen.
Ik zie het zo
Als wij de moeite nemen (of leren) om in contact te komen met ons lichaam zullen wij onze organen met bewustzijn kunnen uitkiezen en ze bewust kunnen voorbereiden op een toekomstig afstaan. Deze informatie wordt dan in ons orgaan ingebouwd wat tijdens het stervensproces weer beschikbaar kan komen.
Wanneer we tegelijkertijd meer kennis opbouwen en in contact komen met dit grensgebied van het leven, zullen we tijdens het sterven, en zeker in geval van een abrupt overlijden, beter begrijpen wat er gebeurt en zal dit hele verhaal soepeler verlopen. De ont-persoonlijking van onze organen kan beter plaatsvinden en de artsen hoeven nauwelijks tijd te verspillen om ze beschikbaar te maken voor de ontvanger.
Ik denk ook dat de betrokken artsen en hulpverleners, naast hun huidige taak, een faciliterende rol kunnen spelen in de overgang van het ene lichaam naar het andere. En tenslotte kan de ontvanger een actieve rol spelen om het orgaan te incorporeren. De medici doen het timmermanswerk en het is aan de ontvanger om het nieuwe orgaan welkom te heten, thuis te laten komen in dit nieuwe lichaam en het ‘eigen’ te maken.
Ellorene Westerhout
http://www.wanttoknow.nl/gezondheid/org ... e-ingreep/
Hier is nog meer te lezen:
viewtopic.php?f=81&t=15290