Twintig jaar tracking near-earth-objecten

[univers]

De animatie toont een afbeelding van de posities van bekende near-Earth-objecten (NEO's) op tijdstippen in de afgelopen 20 jaar en eindigt met een kaart van alle bekende asteroïden vanaf januari 2018. Asteroïdezoekteams ondersteund door NEA Observations Program van NASA hebben meer dan 95 procent van de Aarde-asteroïden gevonden die momenteel bekend zijn. Er zijn nu meer dan 18.000 bekende NEO's en het ontdekkingspercentage is gemiddeld ongeveer 40 per week. Afbeelding tegoed: NASA / JPL-Caltech

NASA's Centrum voor Near-Earth Object Studies gaat naar het derde decennium.

Op 11 maart 1998 ontvingen asteroïde astronomen over de hele wereld een onheilspellende boodschap: nieuwe observationele gegevens over de recent ontdekte asteroïde 1997 XF11 suggereerden dat er een kans was dat het half-mijl-brede (bijna een kilometer) object de aarde in 2028 zou kunnen raken.

Het bericht kwam van het Minor Planet Center, in Cambridge, Massachusetts, de wereldwijde opslagplaats voor dergelijke waarnemingen en de eerste bepaling van asteroïde banen. En hoewel het alleen bedoeld was om de zeer kleine astronomische gemeenschap te waarschuwen die asteroïden jaagt en volgt om meer waarnemingen te vragen, verspreidde het nieuws zich snel.

De meeste mediakanalen wisten niet wat ze van de aankondiging moesten zeggen en benadrukten per abuis het vooruitzicht dat de aarde ten dode opgeschreven was.

Gelukkig bleek dat de aarde nooit in gevaar was vanaf 1997 XF11. Na een meer grondige omloopanalyse met de beschikbare asteroïdeobservaties, concludeerde Don Yeomans, toen de leider van de Solar System Dynamics-groep in het Jet Propulsion Laboratory van NASA in Pasadena, Californië, samen met zijn collega Paul Chodas, anders. "De impact van 2028 was in wezen onmogelijk", zei Chodas, die nu directeur is van NASA's Center for Near-Earth Object Studies (CNEOS), gevestigd bij JPL.



Deze animatie geeft een kaart weer van de toegenomen telling van alle bekende asteroïden in het zonnestelsel tussen 1 januari 1999 en 31 januari 2018. Blauw staat voor asteroïden in de buurt van de aarde. Oranje staat voor asteroïden met de hoofdgordel tussen de banen van Mars en Jupiter


De grafiek geeft het cumulatieve aantal bekende Near Earth asteroïden (NEA's) versus de tijd weer. Het rode gebied geeft het aantal bekende NEA's weer dat groter is dan 1 kilometer. Het oranje gebied geeft de hoeveelheid bekende NEA's groter dan 460 voet (140 meter) weer. Het gebied in blauw geeft het aantal bekende NEA's in alle groottes weer. Credits: NASA / JPL-Caltech

"Tot op de dag van vandaag krijgen we nog steeds vragen over de kans dat XF11 in 2028 gevolgen zal hebben," zei Chodas. "Er is gewoon geen kans dat XF11 onze planeet dat jaar of de komende 200 jaar zal beïnvloeden."

Chodas weet dit dankzij de nauwkeurige omloopberekeningen van CNEOS met behulp van waarnemingsgegevens die zijn ingediend bij het Minor Planet Center door observatoria over de hele wereld die de beweging van asteroïden en kometen detecteren en volgen. Gedurende de afgelopen twee decennia hebben de CNEOS-berekeningen de NASA in staat gesteld om de wereldleider te worden in deze inspanningen, waarbij ze alle nabije asteroïden en kometen nauwlettend in het oog houden - vooral degenen die de baan van de aarde kunnen oversteken.

"We berekenen zeer nauwkeurige banen voor alle asteroïden en kometen en brengen hun posities in het zonnestelsel in kaart, beide in de tijd om potentiële gevolgen te detecteren en achterwaarts om te zien waar ze in de lucht zijn geweest", zei Chodas. "We bieden de beste kaart met banen voor alle bekende kleine lichamen in het zonnestelsel."

https://www.nasa.gov/feature/jpl/twenty ... ry-defense

https://www.jpl.nasa.gov/news/news.php?feature=7194