Schadenfreude: Understanding Pleasure at the Misfortune of Others

Speciaal voor onderwerpen die de psyche betreffen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Susan
Ik Ben
Berichten: 8400
Lid geworden op: 19 apr 2012, 05:58

Schadenfreude: Understanding Pleasure at the Misfortune of Others

Bericht door Susan » 04 okt 2018, 17:34

Het begon allemaal met de audities van Idols op tv. Sommige mensen vonden deze vorm van verneder-tv onwijs grappig. Anderen konden het niet aanzien. 'Dat zette mij op het spoor', zegt sociaal-psycholoog Wilco van Dijk. 'Ik wilde weten wat bepaalt dat een deel van de mensen dat hilarisch vindt.'

Zijn veronderstelling was dat we het leed van anderen gebruiken om onszelf eraan op te trekken, om onszelf eventjes beter te voelen dan die ander, die kluns. Dat zou betekenen dat mensen met een laag zelfbeeld méér plezier zouden hebben om een Idols-kandidaat die wordt afgekraakt dan mensen die zelfverzekerd door het leven gaan.

Van Dijk charterde een groep studenten. Voordat ze naar een Idols-auditie mochten kijken, moesten de studenten een intelligentietaakje doen. De ene helft van de studenten kreeg te horen dat ze met hun score bij de beste 10 procent zaten, de andere helft bij de slechtste 10 procent. Toen kregen ze een pijnlijk filmpje te zien waarin een vals zingende kandidate werd weggehoond.

De hypothese van Van Dijk klopte. 'De studenten die we hadden verteld dat ze slecht hadden gescoord op de intelligentietest vonden het filmpje gemiddeld veel leuker dan de andere groep. We hadden ze in hun zelfbeeld bedreigd en ze hadden er behoefte aan hun eigendunk op te vijzelen. Als je naar een loser kijkt, steek je daar al gauw positief bij af. Blijkbaar ben je zo slecht nog niet. Dat is een prettig gevoel.'

De resultaten waren in lijn met andere onderzoeken naar de mate waarin mensen met een chronisch laag zelfbeeld leedvermaak ervaren. Zij hebben gemiddeld meer plezier om de tegenslag van anderen.

Dus: de mensen die hebben zitten bulderen bij de meest pijnlijke audities hebben een laag zelfbeeld. Van Dijk lacht. 'Nee, nee. Je mag het niet omdraaien. Je kan om veel redenen leedvermaak voelen. Bijvoorbeeld omdat je vindt dat de ander het leed dat hij doormaakt heeft verdiend, dat het rechtvaardig is. Vaak ligt er afgunst aan ten grondslag. Je wilt zijn als een ander, je voelt je minderwaardig. Dat is een vervelende emotie. Leedvermaak is het perfecte tegengif. Opeens is er geen reden meer die ander te benijden. Heel plezierig. Maar het kan ook gewoon een slapstickachtige situatie zijn waardoor het leed van een ander op de lachspieren werkt.'

Van Dijk wil leedvermaak geen negatieve emotie noemen. 'Wij noemen het juist een positieve emotie in die zin dat leedvermaak ons psychologische voordelen oplevert. Op de een of andere manier is het goed voor onszelf - omdat het bijvoorbeeld ons rechtvaardigheidsgevoel bevredigt of ons zelfbeeld opschroeft.'

Leedvermaak is, zegt Van Dijk, de natuurlijke tegenhanger van sympathie en compassie. Dat maakt het onderwerp voor hem belangrijk genoeg om er onderzoek naar te doen. 'Die twee zijn hoekstenen van de samenleving. Dus als we beter begrijpen hoe leedvermaak in elkaar steekt, krijgen we ook beter zicht op sympathie en compassie. Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek dat mensen die veel afgunst voelen ook meer leedvermaak hebben, en minder geneigd zijn de helpende hand uit te steken naar anderen, vooral andere groepen. Dat zegt iets over de dynamiek van sociale relaties. Overigens: we zijn meer geneigd tot compassie en sympathie. Dát is de regel, leedvermaak is de uitzondering.'


Ongevraagd cadeautje
Leedvermaak is - volgens de Dikke van Dale - plezier om het leed van een ander. Het is een ongevraagd cadeautje, want het moet wel om tegenslag gaan die je als toeschouwer niet zelf in de hand hebt. De negatieve connotatie die er aan leedvermaak kleeft, vind je in het woordenboek niet (meer) terug.

Terecht, vindt Van Dijk. Want leedvermaak is veelal onschuldig. 'Als hooggeplaatste, arrogante personen in hun eigen mes vallen, levert dat een gevoel van rechtvaardigheid op. Denk aan de uitdrukking 'boontje komt om zijn loontje'. Dat is niet per se slecht. Als je iemand haat en daarom met plezier ziet lijden, wordt het misschien wel een beetje verwerpelijk. De Duitse pedagoge Martha Moers vraagt zich af of ouders hun kinderen moeten corrigeren als ze leedvermaak voelen. Ook zij komt tot de conclusie dat het er van af hangt wat erachter zit.'

Er is steeds meer leedvermaak om ons heen, stelt de Amerikaanse psycholoog Richard Smith in zijn boek The Pain of Joy. Roddelbladen leven ervan. Evenals tv-programma's die de zwakheden van toevallige individuen blootleggen met verborgen camera's. Internet lijkt soms wel een openbaar executieterrein en ook de vreugdeuitbarstingen in de VS na de dood van Osama bin Laden smaken enigszins naar leedvermaak.

Volgens de Leidse sociaal-psycholoog Van Dijk is er niet meer of minder leedvermaak dan vroeger. 'De dood van Bin Laden werd gevierd als een overwinning. Dat is net weer wat anders. We moeten niet de definitie van deze emotie gaan oprekken. Leedvermaak neemt niet toe. Er zijn hooguit meer verschijningsvormen via de sociale media. We tonen het ook wat makkelijker dan vroeger. En op tv was leedvermaak inderdaad een tijdje heel hip, maar de kijkcijfers van de Idols-audities gingen al snel omlaag. Op een gegeven moment zijn mensen het beu: dat afzeiken van anderen.'

Media hebben bovendien relatief veel aandacht voor sport en politiek, werelden waar leedvermaak van nature goed gedijt. Van Dijk: 'Waar competitie is en rivaliteit, zie je leedvermaak. Want als de ander faalt, doe ik het relatief beter.'

Leedvermaak is van alle tijden en alle culturen, maar er zijn wel verschillen. In Australië bestaat, volgens Van Dijk, weinig clementie met hooggeplaatste personen die een blunder begaan. Onversneden leedvermaak is het lot van 'Tall Poppies' die - om welke reden dan ook - door de mand vallen. Ons land heeft een vergelijkbare cultuur, meent Van Dijk. In Nederland vangen hoge bomen ook extra veel wind. 'In de VS ligt dat anders. Daar mag je falen en daarna weer succesvol zijn. Zolang je maar hard werkt.'

Met uitzondering misschien van Tiger Woods. Toen bleek dat deze sportmiljardair niet de familieman was die hij veinsde te zijn maar een seksuele veelvraat, zwolg de natie in leedvermaak. Hij werd voorwerp van publieke spot, compleet met een website en een Twitteraccount om zo veel mogelijk grappen en grollen over hem te verspreiden. Opeens waren zijn fabelachtige sportprestaties, de sprookjesachtige huwelijksfaçade en zijn onvoorstelbaar dikke portemonnee niets meer om jaloers op te zijn.

LEEDCITAAT:

Schopenhauer 'Een onfeilbaar teken van een door en door slecht hart en van een morele waardeloosheid.'

Kierkegaard 'Het afzichtelijke neefje van afgunst.'

Baudelaire 'Een kwaadsappig en immoreel gevoel.'

Nietzsche 'Plezier is, van zichzelf, goed noch slecht.'

Thomas Hobbes 'Leedvermaak is een schreeuw van triomf omdat we ontdekken dat we superieur zijn aan een ander.'

François de La Rochefoucauld 'Succes hebben is niet genoeg, onze vrienden moeten ook nog falen.'

Martin Amis 'De Britten hebben zelfs leedvermaak over zichzelf.'

Schadenfreude
De Britten kennen geen woord voor deze emotie. Engelse woordenboeken gebruiken het Duitse begrip schadenfreude. Het is een leenwoord. Maar dat wil niet zeggen dat de Britten geen leedvermaak kennen. Volgens de beroemde taalkundige Steve Pinker heeft het onder andere te maken met de structuur van de Engelse taal. Het aan elkaar plakken van twee woorden past daar niet in. Overigens waren de Britten wel beducht dat officiële erkenning van het woord ertoe zou leiden dat ze de emotie vaker zouden gaan voelen. Het verhaal doet althans de ronde dat de Engelse aartsbisschop Richard Trench in 1852 probeerde tegen te houden dat schadenfreude werd opgenomen in de Oxford Dictionary. In een lezing waarschuwde de geestelijke voor de gevolgen: de Britten zouden net zo verrot en corrupt worden als de Teutonen, de uitvinders van het woord.

Schadenfreude: Understanding Pleasure at the Misfortune of Others.
Geredigeerd door Wilco van Dijk, psycholoog aan de Universiteit Leiden,
en Jaap Ouwerkerk, communicatiewetenschapper aan de VU Amsterdam.
Cambridge University Press.
voor wie weet, hoeft niets verklaard te worden
voor wie niet weet, is geen verklaring afdoende

Plaats reactie