Genderneutraal of geslachtsneutraal
Eind juli kwam de NS onder vuur te liggen, nadat de treindienst had aangekondigd haar reizigers voortaan genderneutraal te gaan aanspreken. In en rond de trein gaan we voortaan “Beste reizigers” horen in plaats van “Dames en heren.” Niet iedereen was daar blij mee: het beleid was “D66-gedram” voor een kleine minderheid.
Vervolgens ontstond een maand geleden er wederom een kortstondig, maar hevig maatschappelijk debat, nadat de HEMA had aangekondigd hun kinderkledingafdeling voortaan genderneutraal te maken. Dat viel bij veel mensen in verkeerde aarde. Zo werd er opgeroepen om de HEMA maar te boycotten, want het bedrijf zou zijn rare waarden bij de samenleving “door de strot duwen.”
Semantiek
Genderneutraliteit is duidelijk een gevoelige kwestie, maar de reden lijkt niet zozeer in de inhoud van het beleid te liggen—zou iemand het daadwerkelijk interesseren dat de NS “beste reizigers” gaat zeggen?—als wel in de interpretatie van genderneutraal. Voorstanders en tegenstanders geven een volstrekt andere betekenis aan het woord. We hebben kortom te maken met een—geveinsd?—semantisch probleem.
Laat ik de HEMA als voorbeeld nemen. Zoals veel andere mensen ook opmerkten stopt HEMA niet met het maken van “typische jongenskleding” en “typische meisjeskleding”; de kleding blijft gelijk. Maar jongen kunnen voortaan ongegeneerd tussen de meisjeskleding kijken, want die kleding wordt niet langer verkocht als meisjeskleding. Het is kleding voor kinderen. HEMA stapt simpelweg af van het eeuwenoude idee dat jongens aan een bepaald stereotype moeten voldoen en dat meisjes aan een ander stereotype moeten voldoen; je biologische geslacht bepaalt niet wat voor kleding je moet dragen.
Geslachtsneutraal
Maar tegenstanders zien het heel anders. Door het samenvoegen van de afdelingen voor jongens en meisjes onder de noemer kinderkleding doet de HEMA alsof er geen verschil is tussen jongens en meisjes; ze zijn voor de HEMA niet alleen gelijkwaardig, maar gelijk. Genderneutraal beleid gaat in tegen het biologische—of Goddelijke—gegeven dat jongens en meisjes, mannen en vrouwen van elkaar verschillen. Dat er een kleine groep mensen is die zich niet in een van die hokjes wil plaatsen doet daar niks aan af: ook die mensen zijn biologisch man of vrouw en er is niks wat de medische of politieke wereld daar aan kan veranderen. Organisaties als de HEMA en de NS willen toe naar een sekseloze—en mogelijk seksloze—samenleving. Geert Wilders formuleerde dit het meest helder: genderneutraal beleid is een verbod op man/vrouw.
Maar wat de tegenstanders daarmee buiten beschouwing laten is dat voorstanders van genderneutraal beleid geen uitspraak doen over biologisch geslacht. Mannen en vrouwen verschillen in enkele belangrijke opzichten van elkaar, en die verschillen erkennen is zeker in de medische wereld van wezenlijk belang. Zo vertonen vrouwen vaak heel andere symptomen bij een hartaanval dan mannen. Als we geslachtsneutraal te werk gaan—wat medisch onderzoekers decennialang hebben gedaan—dan levert dat mogelijk misdiagnoses en complicaties op. Maar het gaat dus niet om geslachtsneutraal, maar om genderneutraal.
Categoriseren
Een van de redenen voor genderneutraal beleid is dat je als organisatie je doelgroep niet op voorhand in hokjes wilt plaatsen. Categoriseren doen we in het dagelijks leven natuurlijk continu, en veelal doen we dat met taal. We stellen onze boodschappen altijd af op onze hoorders en de context, en categoriseren mensen en objecten op een manier die op dat moment voor die hoorder(s) het meest handig en herkenbaar is. De beroemde socioloog Erving Goffman merkte halverwege de vorige eeuw in zijn artikel On Face-Work al op dat we er domweg niet aan kunnen ontkomen: elke gespreksdeelnemer zet continu een combinatie van verbale en non-verbale middelen in om zijn of haar blik op de situatie weer te geven en daarmee de andere deelnemers te beoordelen, te categoriseren.
Door een bepaalde afdeling jongenskleding te noemen, categoriseert de HEMA alle kleding op die afdeling als jongenskleding, en zegt daarmee dat de kleding alleen voor jongens wordt gemaakt. Daarmee draagt de HEMA dus een standpunt uit over wat het betekent om een jongen of een meisje te zijn, en behandelt het bedrijf zijn klanten ook als ofwel jongens, dan wel meisjes. Met andere woorden, het is niet aan de kinderen zelf om te bepalen wat ze tot jongen of meisje maakt en hoe ze zich kleden en gedragen, de HEMA beperkt ze in eerste instantie op basis van toegeschreven genderrollen, veelal op basis van stereotypen die samengaan met geslacht.
Door de afdeling kinderkleding genderneutraal te maken categoriseert HEMA de kinderen niet als genderloos, maar de kleding. Dat de HEMA de kinderkleding als genderneutraal verkoopt betekent dus niet dat de HEMA ontkent dat er jongens en meisjes bestaan, maar dat gender, en dus niet geslacht, een sociaal construct is. Wat je draagt moet niet worden bepaald door je chromosomen, maar door wat je leuk, mooi, en prettig vindt. (Een goede zet trouwens, want ik heb vernomen dat sommige vrouwen liever skinny jeans dragen die gemaakt zijn voor mannen, omdat je dan daadwerkelijk iets kwijt kan in je broekzakken.) De HEMA doet met andere woorden zijn best om juist niet te categoriseren, en de kinderen te laten bepalen wie en wat ze zijn.
Genderneutraal kabinet
Dat betekenisverschil is subtiel, maar daarmee niet minder cruciaal. En dat tegenstanders dat niet oppikken bleek deze week maar weer uit een ingezonden briefje in Trouw, waar een lezer zei dat mensen die voor genderneutraal beleid waren, niet mochten praten over de man/vrouw-verhouding in het aanstaand kabinet. Deze schrijver vat genderneutraliteit op als het idee dat we in zekere zin blind moeten zijn voor iemands gender of geslacht, dat er geen verschil zou zijn tussen mannen en vrouwen. Maar wie voor diversiteit is omarmt die verschillen juist; mannen en vrouwen (geslacht) zijn verschillend en vullen elkaar aan. Een divers kabinet is dus van cruciaal belang voor goed bestuur.
Toch heeft de schrijver ook een punt: gaat diversiteit om gender of geslacht?
Dat speelt op dit moment in de politiek niet voor zover ik weet, maar je kunt je afvragen of de 30% norm die nog wel eens genoemd wordt uitgaat van gender of geslacht? Doordat we termen als man en vrouw gebruiken voor zowel geslacht als gender zit taal ons momenteel een beetje in de weg.
Wie zich identificeert als man legt daarmee immers inherent een verband met de stereotypen in onze samenleving wat het betekent om man te zijn, en dat is weer sterk verweven met man als geslacht. Juist doordat we taal constant gebruiken om te categoriseren, kunnen we het niet plots gebruiken zonder te categoriseren. Misschien moeten we naast een genderneutraal voornaamwoord ook maar op zoek naar moderne gendertermen.
http://www.neerlandistiek.nl/2017/10/ge ... sneutraal/