Leylijnen: De plaatskeuze van heidense en christelijke heili

Parapsychologie, helderziendheid, telepathie, telekinese en vele andere onderwerpen m.b.t het bovennatuurlijke.
Plaats reactie
Romaine

Leylijnen: De plaatskeuze van heidense en christelijke heili

Bericht door Romaine » 27 sep 2005, 17:01

http://www.leylijnen.com/

Leylijnen: De plaatskeuze van heidense en christelijke heiligdommen
Waar werd het goddelijke gezocht in religies?

Leylijnen en de kruispunten van deze lijnen, kunnen zich steeds meer verheugen op belangstelling van mensen. Ook raakt de wetenschap, met name buiten de benelux, steeds meer geïnteresseerd in de energielijnen en wat voor gevolgen ze hebben voor de mens. Tevens zijn er verschillende studiegroepen, sommige nog in oprichting, die deze energieën interessant vinden en gaan onderzoeken en daarover berichten in de 'Nieuwsbrief Leylijnen'. Zo wordt geprobeerd meer duidelijkheid te krijgen over de energielijnen. Leylijnen zijn niet alleen van de laatste tijd, maar zijn oeroud en maken deel uit van de geschiedenis. Een geschiedenis die vergeten is.
De oudere volken, die voorgaan aan onze huidige cultuur, hebben een lange traditie gehad in het gebruik van deze energieën. Zelfs de christelijke kerk ging hier mee door, totdat besloten werd dat dit heidense gebruik afgelopen moest zijn. Vanaf die tijd werden de kerken nog sporadisch op leycentra gebouwd, maar langzaam stierf dit gebruik uit. In de huidige tijd wordt deze oude kennis weer langzaam herontdekt.



Van verschillende richtingen kwamen de heidense volkeren de Lage Landen bewonen en in latere tijden trokken ze weg, stierven ze uit of werden ze verdreven. In de Lage Landen verbleven ze voor een lange periode tot hun geluk op was of tot ze het nodig achtten om verder te trekken. Een voorbeeld van zo'n volk zijn de hunebedbouwers.

Van dit volk is niet veel bekend. Het is een cultuur geweest waarbij om specifieke redenen een plek werd uitgekozen om aldaar een stenen monument te plaatsen. Ze leefden in verschillende groepen, waarbij onderling contact gehouden werd. Van grote bewoning was geen sprake, maar ze bestreken in hun hoogtijdagen een groot gebied, dat zich uitstrekte van Havelte in het westen van Drenthe tot in het westen van Duitsland waar er hunebedden gevonden zijn. Wellicht heeft dit volk een veel groter gebied bestreken, omdat eveneens in andere landen, van Denemarken tot en met Polen en verder, sporen van dit volk zijn gevonden. De verschillende bouwstijlen die men toepaste in Drenthe en ook bij Weris in de provincie Luxemburg, zijn ook allemaal terug te vinden in Engeland, daarom rijst sterk het vermoeden dat dit gebied de bakermat is geweest voor de steencultuur in de Benelux.

Van de steencultuur bestaan alleen de hunebedden nog in Drenthe en in de regio Weris bevinden zich dolmens en menhirs. Veel steenmonumenten zijn verdwenen, want in Drenthe zijn eveneens menhirs en steenkringen geweest. Bij Exloo heeft bijvoorbeeld een steenkring gelegen die voor grafheuvel werd aangezien en in de bossen ten noorden van Anloo hebben twee menhirs gestaan. Al deze plekken met een stenen heiligdom werden zorgvuldig gekozen, ze zijn allemaal gesitueerd op een kruispunt van leylijnen, dat voor hen zeer onprettig voelde. Deze plekken wilden ze omvormen tot iets positiefs, een krachtcentrum dat versterkt werd door het plaatsen van (grote) keien en door het uitvoeren van bepaalde rituelen. Het waren dan ook geen graven, maar eerder zoiets als wat nu de kerken en kathedralen zijn binnen de christelijke kerk. De stenen monumenten werden nadien gebruikt als plek van verering waar tevens geofferd werd door religieuze mensen.

In een latere periode kwam een nieuw volk in de Lage Landen terecht. Zij kozen plekken van een zelfde soort, waar ze niet een stenen monument met een heuvel erover plaatsten, maar slechts alleen de heuvel van aarde. Van de late steentijd tot in de ijzertijd werden grafheuvels opgeworpen, die ook op kruispunten van leylijnen gesitueerd waren. In deze heuvels werd daadwerkelijk begraven, dit was onderdeel van hun rituelen en van hun religie. Dit waren de nieuwe heilige plaatsen, de nieuwe "kerken" van die tijd. Ze liggen over een groot gebied verspreid van Vlaanderen tot in Drenthe en vele concentraties van grafheuvels hier tussenin. Een van de grootste tumuli ligt bij het Noord-Brabantse plaatsje Hoogeloon.

Alle megalithische monumenten zijn gesitueerd op een (sterk of zwak) leycentrum. Deze grafheuvels, hunebedden, steenkringen en menhirs zijn op een kruispunt van lijnen geplaatst, maar waarom? En waar kwam dat vandaan? De herkomst van dit gebruik is onbekend, maar duidelijk is wel dat ze dit deden om de Heilige Geest van de aarde te vereren.

Romeinen in de Lage Landen
Niet alleen in deze perioden was men bewust van leylijnen, de hierop volgende perioden paste men dit nog steeds toe, maar de stijl van heuvels of grote stenen werd verlaten. In de Romeinse Tijd brokkelde dit af, maar toch werd in de tijd van de Romeinen nog gebruik gemaakt van grafheuvels en urnenvelden als plek van begraven. Deze plekken werden veel minder gebruikt als een soort kerk en uiteindelijk bleven de rituelen van het begraven over.
Voor de komst van de Romeinen was er vooral sprake van een natuurgodsdienst in West-Europa. 'Heiligdommen in het bos, of op plaatsen waar water, lucht en aarde elkaar raakten.' De periode van de IJzertijd en de Romeinse Tijd vormt samen de basis voor de situatie in de tijd van de kerstening. Toen waren er meerdere bevolkingsgroepen in de Lage Landen. Dat waren de Germanen, Kelten en de Romeinen, tussen de eerste twee was moeilijk onderscheid te maken. Toen werden verschillende soorten heiligdommen gebruikt ter verering. Hierbij valt onder andere te denken aan verering van bronnen, (heilige) bomen en bergen. De Kelten hebben een afstamming die honderden jaren terug gaat. Dit volk had druïden die het religieuze aspect van deze bevolkingsgroep verzorgden. Zij brachten hun offers op heilige plaatsen, plaatsen met een leycentrum. Zo is er waarschijnlijk een heiligdom geweest in het Zuid-Limburgse (NL) plaatsje Klimmen op de plaats waar nu de Sint-Theresiakerk staat. Hier zou in de oude tijd een heilige boom gestaan hebben. Waar nog steeds een vreemde boom staat, is Fleringen in Twente. Hier staat de holle Kroezeboom op de plaats van een heidense plek.

De Romeinen hadden tempels die geplaatst waren op leycentra. Verder hadden de Romeinen legers die onder andere de grens moesten bewaken. Zij waren gelegerd in vele castella die strategisch geplaatst waren. Ieder castellum was geplaatst op een kruispunt van leylijnen en het heiligdom binnen een castellum lag eveneens op een leycentrum. Op de plaats van het Domplein in Utrecht is bijvoorbeeld een Castellum geweest. Ook legden de Romeinen hun wegen op de kaarsrechte leylijnen. Dit deden ze waarschijnlijk vanwege de energie van de leylijn: de soldaten moesten lange marsen lopen en door de energie van de leylijnen werden ze minder gauw moe, zodat ze grotere stukken konden afleggen.

Na de Romeinse Tijd
Na de val van het Romeinse Rijk kwam een volksverhuizing op gang. Na een tijd vestigden de volkeren zich weer ergens. De oude heidense goden werden nog steeds vereerd en in de (nieuwe) omgeving creëerden ze heiligdommen volgens de oude stijl. Een oud heiligdom is de Heilige Eik van Den Hout in Noord-Brabant. Deze holle boom draagt ieder jaar nog blad en vrucht, terwijl een groot deel van de stam verdwenen is. Een andere heilige boom heeft gestaan bij Meerveldhoven in Noord-Brabant. Nu rest alleen nog een kapel waar een dode tak van de boom te zien is.

Een voorbeeld van een volk dat zich in de Lage Landen vestigde waren de Vikingen. Zij bouwden in de negende eeuw verschillende burchten in Zeeland, bijvoorbeeld Middelburg, Domburg, Burgh, Oostburg en Oost-Souburg. Iedere burcht is geplaatst op een leycentrum. Onbekend is of deze burchten verband houden met de meer oostelijker in Nederland gelegen burchten, zoals de Hunneschans bij Apeldoorn, Duno bij Overbeek en de Grebbeberg bij Rhenen. De vikingen hadden ook hun heiligdommen, deze worden wy-tempels genoemd. Voorbeelden van locaties waar deze tempels zijn geweest, zijn: Antwerpen, Brugge, Gent, Haarlem, Kortrijk en Leuven en wellicht nog veel meer plaatsen in de Lage Landen. Niet alleen in de Lage Landen komen deze tempels voor, in Denemarken zijn er verschillende opgegraven.

In de Middeleeuwen wordt meer veiligheid noodzakelijk. Steile ronde heuvels werden opgeworpen en hierop werden houten versterkingen aangebracht, de zogenaamde 'motte'. Deze motteburchten werden opgevolgd door een stenen variant die een 'waterburcht' wordt genoemd. Een mooi voorbeeld is de Burcht te leiden. Dit bouwsel steekt net boven de huizen uit en je kijkt zo uit over Leiden. Deze versterkingen zijn eveneens gebouwd op een kruispunt van leylijnen.

Andere, onnatuurlijke verhogingen in het landschap zijn de terpen en wierden die met name te vinden zijn in Friesland en Groningen. Ook deze heuvels zijn geplaatst op een kruispunt van leylijnen en hebben gediend als bescherming tegen het water van de zee. Enkele van de terpen zijn hoger dan gebruikelijk, onbekend is de reden hiervan. De bekendste terp is de koningsterp bij Wijnaldum. Volgens Wigholt Vleer is dit een van de sterkste leycentra in Europa. Deze beschermingheuvels tegen de zee werden al enkele honderden jaren voor Chr. opgeworpen en dit bleef doorgaan totdat dijken werden aangelegd die de kwelders omzoomden.

In de Middeleeuwen begon de christelijke kerk meer voet aan grond te krijgen in de Lage Landen. Veel van de heilige plaatsen werden gekerstend. Vaak resulteerde dit uiteindelijk in de bouw van een kapel of kerk op of bij een heidens heiligdom. Ook op andere manieren nam de christelijke kerk de functie van de oude heidendommen over. Kathedralen, kerken en kapellen werden gebouwd als nieuwe heiligdommen in de Lage Landen en deze werden evenzo weer geplaatst op leycentra. Door de onderzoeken, die gedaan zijn door de enkele al bestaande studiegroepen, is gebleken dat de oude kerken specifiek op de centra van lijnen zijn geplaatst. De oude kerken zijn zo gepositioneerd dat door de lengterichting altijd een leylijn loopt. Het kruispunt van de leylijnen ligt dan onder de toren of op de plaats van het altaar. Een combinatie van deze twee komt ook voor. De abdijkerk van het Limburgse Thorn heeft twee van zulke centra. Verder zijn in verschillende oude kerken andere energetische eigenschappen ontdekt. Maar niet alle christelijke kerken zijn geplaatst op een kruispunt van leylijnen. Omstreeks het jaar 1350 moet besloten zijn dat dit heidense gebruik niet meer gebezigd mocht worden. Sinds die tijd zijn nog sporadisch kerken op leycentra gebouwd. Het gebruik stierf langzaam uit en de kennis raakte in de vergetelheid.

De plaatskeuze van een heiligdom
De christenen kozen veelal de plekken uit van een heidens heiligdom om hun kerk neer te zetten. Een mooi voorbeeld is de kerk van Anloo in Drenthe. Deze staat op een lichte verhoging en de toren van de kerk is geplaatst op het hunebed dat daar heeft gelegen. De tactiek van de christenen was het plaatsen van een kerk nabij een heidense plek. In de tijden erna werd het oude heiligdom soms stukje bij beetje gesloopt en in dit geval werd de toren gebouwd met als fundament de stenen van het hunebed. Ook komt het voor dat de heilige bronnen en heilige bomen van de heidenen voorzien werden van kerk of kapel.

Oude kerken werden nogal eens vervangen door nieuwere exemplaren. Op de grondvesten van de oude kerk of kapel werd het nieuwe, meestal ook grotere, godshuis geplaatst. In veel gevallen is nog rekening gehouden met de plaatselijke energieën, maar het komt eveneens voor dat het niet meer is gebeurd. Dan mist de kerk de energetische eigenschappen die zijn voorganger(s) wel heeft gehad.

Behalve het plaatsen van kerken op de plek van oudere kerken en heidense heiligdommen is ook op andere manieren de plaats van een kerk bepaald. Een mogelijkheid zou zijn dat de locatie voor een nieuw te bouwen kerk of klooster werd bepaald door twee aan elkaar gebonden ossen. Op de plaats waar zij gingen slapen zou de heilige plaats komen. Maar als deze runderen zo gevoelig zouden zijn om een plek aan te wijzen, waarom zouden andere dieren dat niet zijn. Tot nu toe zijn nog geen andere dieren gevonden die de plaats van een heiligdom bepaalt kan hebben. Ook de Romeinen zouden van de ossen gebruik gemaakt hebben bij het kiezen van een locatie voor hun castella en tempels.

Ook natuurlijke hoogtes in het landschap waren favoriet om een heiligdom op te bouwen. Zo liet Napoleon aan het begin van de 19e eeuw een piramide neerzetten op een van de hoogste heuvels van de Utrechtse heuvelrug (op 49,5 m). Dit monument, de Piramide van Austerlitz, staat op een kruispunt van leylijnen. Of Napoleon of iemand anders geweten heeft van dit leycentrum bij de bouw is onbekend, maar wel mogelijk. In ieder geval hebben bijna alle natuurlijke hoge punten in het landschap een centrum van lijnen. Dit centrum hoeft niet noodzakelijkerwijs op het hoogste punt te liggen, maar ligt regelmatig iets van het hoogste punt af.
Een boer had eens een lage heuvel in zijn akkers. Hij egaliseerde het veld ieder jaar, maar ieder jaar bleef de lage heuvel terugkomen in zijn veld. Het leek erop dat deze heuvel door het leycentrum dat hier lag een beetje omhoog werd gestuwd. Deze natuurlijke hoogtes in het landschap waren voor de oude bewoners een heiligdom waar aarde en lucht elkaar raakten. Een prachtig voorbeeld van een berg met hierop een heidense plek is de Isterberg die net over de grens van Twente ligt.

Eveneens plaatsen waar lichtverschijnselen werden gezien of wonderen hebben plaats gevonden, zijn uitgekozen om een godshuis te bouwen. In het jaar 1192 werd een abdij gesticht bij Aduard in de provincie Groningen, omdat hier lichtverschijnselen waargenomen waren. Een soortgelijke plek is de Sint-Salvatorkapel nabij Baarle-Nassau en Baarle-Hertog, deze zou hier gesticht zijn om de lichtverschijnselen die zijn waargenomen. Nog steeds is dit een vreemde plek! Net zo zou de plaats Lichtaart (Antwerpen) naar lichtverschijnselen wijzen. Ook wonderen zijn gebruikt als plaats om een kerkgebouw neer te zetten. Vaak krijgt het dan de status van bedevaartsoord. Maar ook lokale kleine mirakels zijn reden geweest om een kerk te bouwen.
Andere mogelijkheden, die gebruikt zijn voor het kiezen van een plaats, zijn dat mensen in de oude tijd een plek hebben uitgekozen waar ze iets voelden. Ook werd vaak een wichelaar gebruikt die de plaats aanwees waar het nieuwe godshuis moest komen.

Wellicht zijn er ook andere, tot nu toe onbekende, manieren geweest voor het bepalen van de plaats van een heidens of christelijk heiligdom. Hoe de plaatskeuze tot stand kwam en hoe de omgang was met leylijnen binnen de christelijke kerk wordt ons langzaam steeds duidelijker. Maar wat vóór deze tijd is gebeurd, is voor een groot deel een grijze vlek. Een groot deel van de oude kennis is in rook opgegaan, maar kunnen nog opgerakeld worden bij onderzoekingen van heilige plaatsen. Zo wordt een steeds duidelijker beeld verkregen over hoe het vroeger ging. Hiervoor is nog veel meer onderzoek nodig van de studiegroepen.

http://www.leylijnen.com/

Terror-squad

Bericht door Terror-squad » 27 sep 2005, 17:39

oke romaine weet nu wat het is

Romaine

Bericht door Romaine » 27 sep 2005, 17:50

Terror-squad schreef:oke romaine weet nu wat het is
Mu kun je er ook nog een uitgebreidere reactie op geven natuurlijk...

Romaine

Bericht door Romaine » 03 nov 2005, 17:47

Wat in ieder geval zeker is is dat de mensen uit de grijze oudheid wisten van de energieën om ons heen en daar respect voor hadden. Dat zijn we nu kwijtgeraakt!

Anet

Bericht door Anet » 03 nov 2005, 21:31

Al deze plekken met een stenen heiligdom werden zorgvuldig gekozen, ze zijn allemaal gesitueerd op een kruispunt van leylijnen, dat voor hen zeer onprettig voelde. Deze plekken wilden ze omvormen tot iets positiefs, een krachtcentrum dat versterkt werd door het plaatsen van (grote) keien en door het uitvoeren van bepaalde rituelen.
Een kruispunt van Leylijnen voelde zeer onprettig aan (negatief), wat raar want ik had de indruk dat Leylijnen juist een positieve uitwerking hadden, waarom is dit niet als ze elkaar kruizen?

Waarom wordt zo'n kruispunt nu positief door het plaatsen van grote keien?

Romaine

Bericht door Romaine » 03 nov 2005, 23:16

Die stenen functioneren als een energiemachine. Ze transformeren de energie.
Welk kruispunt van leylijnen voelde onprettig? Dit onprettige kan komen doordat er mensen zijn gemarteld, vermoord, brand en andere door andere mensen veroorzaakten factoren waardoor mensen direct lijden. Dat belast een plek dan waardoor die niet fijn aanvoelt. Over het algemeen hebben leylijnen en leycentra een positieve werking, de energie is van nature positief. Juist ook als leylijnen elkaar kruisen.

Naar welk leycentrum ben je geweest?

Plaats reactie