Afhankelijk van hoe snel je gaat en waar je je bevindt zijn twee gebeurtenissen 'gelijktijdig', volgens de relativiteitstheorie. Wanneer twee gebeurtenissen gelijktijdig zijn is dus relatief aan wanneer je waar de observatie doet. Derhalve kun je niet (goed) vaststellen welk elektron in het experiment 'eerder' veranderde dan het andere. Het enige dat je kunt zeggen en vaststellen is dat de beide elektronen tegengestelde spin blijken te hebben. Het ene kan wel de oorzaak van het andere zijn, het is alleen niet vast te stellen!
Omdat deze causaliteit dan 'onaantoonbaar' is, gaat er ook niets 'sneller dan het licht', omdat er licht nodig is om dat vast te stellen!
Tot zover mijn theorie. Als de wetenschappers van Delft beweren dat ze informatie verzonden hebben sneller dan het licht, dan zou je zeggen dat het meten van het ene elektron, of het manipuleren ervan, de oorzaak was van de gemeten waarde van het andere elektron, en dat er dus wel causaliteit in het spel is.
Maar misschien dat deze wetenschappers ook zo redeneren dat er weliswaar een consistent verband is tussen (de spin van) de twee elektronen, maar dat dat juist ook het enige is wat vastgesteld kan worden. Met andere woorden: Of er wel of niet sprake is van causaliteit doet er niet toe, omdat de elektronen nu eenmaal dat verband vertonen, hoe dan ook!
Dat zou dan niet in tegenspraak zijn met mijn 'theorie' van de onaantoonbaarheid van causaliteit.
Je kunt ook het ontbreken van causaliteit poneren, zoals ik deed in mijn theorie. (voor de volledigheid weergegeven)
Ik verzin dit zo'n beetje ter plekke, maar het geeft waarschijnlijk wel weer wat er zo ongeveer onder mijn hersenpan gaande is
P.S.: Ik las toevallig dit stukje over de EPR-paradox en de ongelijkheid van Bell. Ik zou het niet lezen, want het is tamelijk lang en ingewikkeld, maar aan het eind van de OP staan vier mogelijke conclusies die in dit verband misschien verduidelijkend kunnen werken
P.S.: Ik zag ooit een mooi filmpje op YT over causaliteit en verstrengeling maar kan het niet meer terugvinden.
Vragen stellen en kritisch denken kan nooit kwaad, integendeel. Het kan goed helpen om iets ingewikkelds uiteindelijk echt te begrijpen. Wat ik zelf graag wil benadrukken is dat wetenschappers onze bondgenoten zijn als het gaat om waarheidsvinding en dat ze daarvoor soms wat meer krediet verdienen dan ze (over het algemeen) krijgen.
