De Telegraaf in de 2e wereldoorlog

Geschiedenis is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de mens in zijn verleden, en die door de wetenschap vanuit het heden het verleden probeert te begrijpen. Vind hier alles over de wereld- en vaderlandse geschiedenis.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
taigitu
Orakel
Berichten: 14687
Lid geworden op: 04 dec 2011, 14:37

De Telegraaf in de 2e wereldoorlog

Bericht door taigitu » 18 sep 2019, 11:02

Tweede Wereldoorlog

In de loop van juni 1940 kwam Hendrik Holdert (via zijn zoon Henri 'Hakkie' Holdert jr.) in contact met ir. C.J. Huygen, die in september 1940
door Anton Mussert (leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)) werd benoemd tot secretaris-generaal van deze beweging.
Via Huygen verwierf Hendrik Holdert de steun van Mussert in zijn streven niet in Duitse handen te vallen.
Hiervoor betaalde Hendrik Holdert 25.000 gulden[5] waarmee de NSB WA-uniformen kon laten maken.
Ook betaalde Holdert aan Huygen diens maandelijkse toelage van 1.000 gulden[6], later 1.500 gulden.[7]
Hiermee gaf Holdert substantiële financiële steun aan de NSB.


Medio 1942 werd de hoofdredacteur van De Telegraaf, J.M. Goedemans, ontslagen op last van prof. dr. T. Goedewaagen, op dat moment secretaris-generaal van het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Goedemans had in een artikel over de Tachtigjarige Oorlog een vergelijking getrokken tussen het toenmalige verzet tegen de bezettende Spaanse overheid en het actuele verzet tegen de Duitse bezetter. Goedewaagen was van mening dat Goedemans een zekere sympathie tentoonspreidde voor verzet tegen een bezettende overheid. Vandaar zijn gedwongen vertrek, na een dienstverband van bijna 35 jaar. Goedemans' artikel was echter slechts de aanleiding. De afwijzende houding van De Telegraaf ten aanzien van de staatkundige situatie in Nederland in de eerste oorlogsjaren, was de Duitse bezetter al langer een doorn in het oog. De Telegraaf werd gestraft met een boete van 10.000 gulden[8] die later weer werd herroepen. Goedemans werd opgevolgd door J.C. Fraenkel, die - niet naar genoegen van de Duitse bezetter - in eerste instantie het beleid van Goedemans in grote trekken continueerde. Onder zware druk van het Reichskommissariat Niederlande moest Fraenkel uiteindelijk instemmen met het plaatsen van anti-joodse artikelen en SS-frontreportages; dat De Telegraaf dit toch deed, terwijl de meeste andere dagbladen dit weigerden, is Fraenkel en de krant na de oorlog zwaar aangerekend. Na het overlijden van Hendrik Holdert in juli 1944 en het aftreden van Fraenkel in oktober 1944 kwam De Telegraaf geheel in handen van Henri 'Hakkie' Holdert jr. en diens SS-trawanten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog drukte de drukkerij van De Telegraaf pro-Duitse bladen, waaronder de Deutsche Zeitung in den Niederlanden. Hiermee vertoonde De Telegraaf hetzelfde gedrag als het genazificeerde concern van drukkerij/uitgeverij De Arbeiderspers, die de vervaardiging van veel nationaalsocialistisch drukwerk (onder meer Storm, Groot Nederland en De Waag) ter hand nam tijdens de Tweede Wereldoorlog.[9] In de Tweede Wereldoorlog liet Holdert de NSB en de Duitse bezetter toe in de kolommen van de krant.

Op 27 november 1946 meldde de Rotterdamsche Courant dat Hakkie Holdert door de Alkmaarse P.R.A. was gearresteerd op een zeewaardige tweemaster die onder Monnickendam gemeerd lag. Holdert was door de mand gevallen, toen onder zijn arm een litteken zichtbaar werd dat ontstaan was na het operatief verwijderen van het bloedgroepteken van de SS. Als lid van de Waffen-SS was Holdert jr. in Duitse krijgsdienst naar het oostfront geweest.

1945-1949: Verschijningsverbod

De Commissie voor de Perszuivering oordeelde dat Holdert het behoud van zijn kranten had bewerkstelligd door uit pure baatzucht en welbewust met de vijand te heulen, financiële steun te verlenen aan diens handlangers en verraderlijke en vijandelijke propaganda te voeren. De Commissie legde De Telegraaf een verschijningsverbod voor dertig jaar op. Het verbod werd in 1949 weer opgeheven. In die periode werden op de persen van De Telegraaf de dagbladen Trouw en Het Parool gedrukt, beide voortgekomen uit het verzet.

Het oordeel van de Commissie voor de Perszuivering heeft er mede toe bijgedragen dat De Telegraaf de exponent bij uitstek werd van de collaborerende pers. Dat beeld diende volgens onderzoeker René Vos enigszins te worden genuanceerd.[10] Volgens diezelfde Vos kunnen vetes van persoonlijke en zakelijke aard tussen verschillende uitgevers ook een rol gespeeld hebben in het publicatieverbod.[11]

Na de opheffing van het verschijningsverbod groeide De Telegraaf opnieuw uit tot het grootste dagblad van Nederland.
De eerste Telegraaf na de oorlog verscheen op 12 september 1949.[12]


Afbeelding

Controverses in de 21ste eeuw

Op 13 mei 2010, de dag na de vliegramp bij Tripoli, interviewde een verslaggeefster van De Telegraaf telefonisch de negenjarige jongen die als enige de vliegramp had overleefd. De jongen wist op dat moment niet wat hem was overkomen en was nog niet op de hoogte van het feit dat zijn ouders en broertje in de vliegramp waren omgekomen. Op 14 mei publiceerde De Telegraaf op de voorpagina een weergave van dit interview.[17][18][19]

In de uitzending van het VARA-programma Zembla van 16 september 2011 werd gesteld dat De Telegraaf willens en wetens onwaarheden publiceert.[20] In de uitzending werd bijvoorbeeld aangetoond dat bepaalde bronnen nooit daadwerkelijk zijn geïnterviewd en bepaalde informatie die een artikel kan ontkrachten wordt genegeerd. Als gevolg van de Zembla-uitzending werd vijf dagen later Martijn Koolhoven op non-actief gezet. Op 30 september 2011 werd bekend dat Koolhoven niet langer bij De Telegraaf werkt.[21]


Lees meer: https://nl.wikipedia.org/wiki/De_Telegraaf
.

.

Vraag je af wat anderen van je denken
en je bent voor altijd hun gevangene.


Lao Tse

Gebruikersavatar
taigitu
Orakel
Berichten: 14687
Lid geworden op: 04 dec 2011, 14:37

Re: De Telegraaf in de 2e wereldoorlog

Bericht door taigitu » 18 sep 2019, 11:11

Hoe verging het de illegale pers in de 2e wereldoorlog......


Illegale pers, overzicht

Illegale pers: alle kranten, bladen en blaadjes die in 1940-1945 in het geheim werden gemaakt, verspreid en gelezen.
De illegale pers telde bijna dertienhonderd verschillende uitgaven (zie het boek "De ondergrondse pers' van Lydia E. Winkel).
Sommige bladen werden gedrukt, de meeste gestencild.
Vooraanstaande illegale kranten waren Het Parool, Vrij Nederland, Trouw, De Waarheid.

De illegale pers, 'de stem van het verzet', vormde een tegenwicht tegen de veel grotere legale pers, de door de bezetter toegestane/gecontroleerde kranten.
Die legale pers omvatte de nationaal-socialistische bladen en oude bekende kranten zoals De Telegraaf, Algemeen Handelsblad, Het Volk, De Volkskrant
(verscheen tot 1941), enzovoort.

Illegale kranten keerden zich tegen de propaganda van de nazi's, protesteerden en waarschuwden tegen maatregelen van de bezetter,
legden de betekenis uit van verzetsdaden en brachten nieuws dat niet in de gewone kranten stond. De illegale pers was ook van belang
voor de communicatie binnen het verzet, met al zijn groepen en richtingen.

Kleine nieuwsbladen

In 1944-1945 werd de illegale pers uitgebreid met veel kleine nieuwsbladen, gemaakt door mensen die met een kristalontvangertje
de nieuwsberichten van Radio Oranje en de BBC afluisterden. Soms waren de oplagen van die bladen zeer klein,
de lezerskring bestond uit familie en kennissen.

Zulke krantjes werden getypt en nogmaals getypt, waarbij hard op de typemachine moest worden gehamerd om leesbare doorslagen te krijgen.
Het was overigens nooit de bedoeling dat lezers van illegale kranten die kranten bewaarden, ze moesten worden doorgegeven.

Problemen
Makers en verspreiders van illegale kranten deden gevaarlijk werk, er stond de doodstraf op.
Het in bezit hebben van een enkel verzetskrantje was al erg riskant. Behalve gevaarlijk was het maken van zo'n krant ook buitengewoon lastig.
Papier en andere benodigdheden voor het maken van de krant moesten worden 'georganiseerd',
dat wil zeggen: gestolen of bij bevriende firma's losgepeuterd.

In de Hongerwinter 1944-1945 werden de illegale kranten met een nieuw probleem geconfronteerd: de stroom werd afgesloten.
Elektrische drukpersen en stencil-apparaten werkten niet meer. Sommige drukkerijen lukte het nog om clandestien stroom af te tappen.
Dat kon als er gebouwen in de buurt waren die nog wel stroom kregen, gebouwen die voor de Duitsers van belang waren.
Dat aftappen gebeurde in Amsterdam onder meer in het pand Spuistraat 28.

DAVID en Marten Toonder
Op dat adres was in het najaar van 1943 'Hulpstudio 2' van Marten Toonder gevestigd. Toonder, maker van de Tom Poes-strip,
werkte daar toen legaal aan een tekenfilm. Maar die 'hulpstudio' was tevens de dekmantel voor de Algemene Vrije Illegale Drukkerij (DAVID)
van Jo Pellicaan en Dick van Veen.

Het Parool, VrijNederland, Trouw, Ons Volk, Oranjebulletin en de illegale drukkerij De Bezige Bij hebben, wanneer hun vaste drukkerij het liet afweten,
allemaal korte of langere tijd van de diensten van DAVID gebruik gemaakt.

Op 15 november 1944 produceerde DAVID het eerste nummer van een eigen illegaal blad: Metro.
Er stonden veel illustraties in en het was humoristisch. De rest van de illegale pers vertrouwde Metro niet.
Men vond Metro wel erg lijken op De Gil, een 'humoristisch' nationaal-socialistisch propagandablad uit het najaar van 1944.

Legale kranten
De meeste Nederlanders hebben in 1940-1945 nooit een illegale krant onder ogen gekregen.
Veel Nederlanders bleven de 'gewone' dagbladen lezen, al hadden die kranten een heel andere inhoud dan voor de oorlog.
Enkele kranten werden door de nazi's overgenomen.

De lezers zagen natuurlijk wel dat hun krant niet echt hun krant meer was, maar ze konden toch moeilijk zonder,
alleen al vanwege de mededelingen over de distributie. Distributiebonnen waren maar beperkt geldig; de termijnen werden in de krant gepubliceerd.

De nieuwsvoorziening door de legale kranten was belabberd, als gevolg van de sterke inperking van vrije nieuwsgaring en persvrijheid.
Kranten die zich niet aan de regels van de bezetter hielden kregen boetes opgelegd, mochten tijdelijk niet verschijnen of werden opgeheven.

Niettemin was het verloop van de oorlog in de legale pers vrij goed te volgen. Er werd nooit gesproken van 'Duitse nederlagen',
maar het kon lezers van frontberichten in 1943-1944 niet ontgaan dat het Oostfront steeds dichter bij Duitsland kwam te liggen.

https://www.verzetsmuseum.org/museum/nl ... /overzicht
.

.

Vraag je af wat anderen van je denken
en je bent voor altijd hun gevangene.


Lao Tse

Plaats reactie