Kristof Piessens schreef:Het is toch de rechter die moet bewijzen dat de verklaring van de getuige wel klopt, .....
Dat hab je toch wel helemaal fout hoor, beste Kristoff.
Een rechter hoeft niets te bewijzen; een rechter heeft als taak een oordeel te vellen aan de hand van de gegevens die haar/hem worden aangebracht. Dat oordeel moet tevens gemotiveerd zijn en die motivatie moet onderbouwd zijn met de wet.
Kristof Piessens schreef:..... Dan is de insteek van 'gebrek aan bewijs' zinloos om de verklaring niet te geloven, de piste om de verklaring te onderzoeken van de getuige zou verifieerbaar moeten zijn tijdens de onderzoeksdaad, je hebt de gegevens van de getuige nodig en dan onderzoek je de plaats waar volgens de getuige het misdrijf heeft plaatsgevonden op sporen, met woorden spreken is toch iets anders dan de daad te stellen dat de verklaring van de getuige geloofwaardig is of niet ?
We gaan hier wel helemaal off topic want het voorbeeld dat ik gaf is niets meer dan een voorbeeld, een vergelijking, het toepassen van de stelling in het OT op een specifieke situatie om aan te geven dat de stelling in het OT niet altijd en overal ongenuanceerd van toepassing kan zijn.
Om nu toch even op jouw opmerking in te gaan: het is inderdaad de taak van de onderzoeksdiensten om na te gaan of een getuigenverklaring als bewijs kan worden aangevoerd.
In België kennen wij het geval van de fameuze
"parachutemoord" waarbij iemand is veroordeeld voor moord met voorbedachten rade alhoewel de speurders niet in staat bleken één of ander onweerlegbaar bewijs aan te dragen. In dat proces werd de veroordeling gebaseerd op enkele niet consistente getuigenissen en een occasionele tegenspraak in verklaringen van de beklaagde.
Echt bewijs was er niet dus had er, vertrekkend vanuit de stelling in het OT, geen veroordeling mogen uitgesproken worden.
Dat die veroordeling er wèl is gekomen geeft aan dat de stelling in het OT niet universeel toepasbaar is maar wel degelijk afhankelijk van de context.