Heerlijke column weer, wat kan ik toch genieten van deze columnist.
Zo treffend gezegd en heerlijke humor erbij.
<<<<<<<<<<<<
Boomerverdriet door snotneuzen.
Column Sylvain Ephimenco.
Nooit eerder heb ik zo geamuseerd het jaarlijkse semantische hardnieuws van meneer Van Dale mogen begroeten: ‘boomer’ is gekozen tot woord van het jaar! Achteroverleunend in mijn schommelstoel, met een Schotse plaid over mijn dijen getrokken en een warme kruik onder mijn billen, was ik meer dan verrukt: ik ben misschien oud en versleten, maar formeel net buiten de tijdspanne (1946-1955) van de babyboom geboren. Ik kan dus in alle rust en gevrijwaard van dubbelgevoelens het verontwaardigde schuim ontleden dat uit de mondhoeken van de generatie voor mij sijpelt.
Natuurlijk is de term ‘boomer’, die in jongerentaal staat voor ‘ouwe zak, je snapt geen bal meer van de wereld om ons heen’, vernederend, stigmatiserend, grievend, honend, krenkend, kwetsend en lasterlijk. Zeker als het mikpunt die koene generatie is die, al dan niet cirkelend om het Lieverdje en trappend op zijn witte provofiets, beloofde toen de wereld grondig te verbouwen. Ik snap ook wel dat wanneer je destijds samen met kroegvrienden het woord ‘progressief’ dacht te hebben uitgevonden, het schofferend aanvoelt om nu voor oerconservatieve dinosaurus te worden versleten.
Maar oké, boomer, wees nou eens eerlijk: wie was degene die op zijn beurt, toen nog zo jong en fris als een hoentje, zijn eigen ouders en al het andere spul uit de reviaanse avonden beschimpte en vervloekte? En wie zat in 1966, met een joint tussen de vingers, het nummer van nu opperboomer Boudewijn de Groot uit volle borst te jodelen: ‘Kom vaders en moeders, kom hier en hoor toe/ Wij zijn jullie praatjes en wetten zo moe/ Je zoons en je dochters die haten gezag/ je moraal die verveelt ons al tijden/ En vlieg op als de wereld van nu je niet mag/ want er komen andere tijden.’ En wat te denken van Jacques Brel die in het nummer ‘De burgerij’ (1963) gearriveerde senioren voor ‘Vette burgerklik/ Vette vieze varkens/ Tamme zwijnenspul’ uitmaakte? Generatieconflicten zijn van alle tijden en nu zijn dus boomers aan de beurt.
Rivaliserende woorden.
Maar laat ik nu de boel toch een beetje relativeren: 90 procent van de Nederlanders had tot dinsdag nog nooit van het winnende woord gehoord. Dat raakte een maand geleden pas enigszins bekend, toen jong spul Chlöe Swarbrick (25) uit het Nieuw-Zeelandse parlement de mond van een kritische grijze duif (leeftijd onbekend) heel verdraagzaam en elegant snoerde door ‘ok, boomer’ te sissen. Eergisteren koos 41 procent van de zeventienduizend stemmers voor dit anglicisme.
Ik vermoed in donkerbruine tinten dat de voorhoede der snotneuzen massaal op ‘boomer’ heeft geklikt, dit om de weg van de twee andere rivaliserende woorden te versperren. Ach, het is maar een theorie, maar al die jonge CO2-grootgrutters met hun smartphone, tablet, Playstation, elektrische step en vliegreizen moesten woorden als ‘klimaatdrammer’ of ‘-spijbelaar’ in de wieg van Van Dale vermoorden. Ze hebben al als goeroe een meisje van zestien met depressies en angstvisioenen op de cover van Times en dat is al erg genoeg.
https://www.trouw.nl/opinie/boomerverdr ... ~bde326a3/