Maatschappelijke dienstplicht leeft niet onder jongeren
Geplaatst: 12 apr 2018, 08:50
Paul Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Lang niet alle jongeren hebben trek om zich maandenlang vrijwillig tegen een kleine vergoeding in te zetten voor de samenleving. Het kabinet neemt een jaar om de jeugd toch warm te maken voor de maatschappelijke diensttijd.
Nu al zet ongeveer de helft van alle jongeren tussen de 15 en 25 jaar zich wel eens als vrijwilliger in. Maar dat is nog wat anders dan een ‘diensttijd’, daar ziet een groot deel van de jeugd nog niet veel brood in. Toch gaat de maatschappelijke diensttijd volgend jaar zomer al van start, blijkt vandaag uit een brief van staatssecretaris Paul Blokhuis.
Na gesprekken met honderden jongeren begin dit jaar luidt de conclusie: ,,We mogen ons niet rijk rekenen. Lang niet iedereen is zonder meer gemotiveerd om deel te nemen. Het is voor jongeren nog onduidelijk wat de diensttijd voor hen betekent. Zij maken zich zorgen over prestatiedruk en geven aan dat er al veel speelt in hun leven.”
Flexibel
Als er een diensttijd komt, dan moet die volgens de geraadpleegde jongeren flexibel zijn, aansluiten bij hun interesses, leerzaam zijn en erkenning opleveren.
De staatssecretaris ziet het als een ‘hele mooie uitdaging’ om jongeren over de streep te trekken, vertelt hij. ,,Ze zijn heel eerlijk en hebben zoiets van: ,,Wat is dit!” Maar tegelijk wil de jeugd massaal meedenken over hoe je zo’n periode kan inrichten. Dat heeft me verrast. Zij hebben ook de leiding bij de uitwerking.”
Het idee van maatschappelijke diensttijd staat in het regeerakkoord. Vanaf vandaag kunnen organisaties met een goed idee zich inschrijven voor financiële ondersteuning bij oefenprojecten. Daarin kunnen jongeren vanaf deze zomer actief zijn. Hiervoor is dit jaar 25 miljoen euro vrijgemaakt.
Poppodium.
Concreet moet de jeugd straks kunnen deelnemen aan allerlei soorten dienstverlening: of het nou gaat om een bestuursfunctie bij een voetbalclub, senioren begeleiden in een tehuis of helpen bij het plaatselijke poppodium.
De christelijke partijen CDA en ChristenUnie zijn groot voorstander van de maatschappelijke diensttijd. Ze kregen hun paradepaardje, dat jongeren meer moet betrekken bij de samenleving, vorig jaar in het regeerakkoord. De liberale regeringsfracties wilden echter niet aan een verplichting.
Iets teruggeven.
Volgens staatssecretaris Paul Blokhuis gaat de maatschappelijke dienstplicht jongeren echt iets opleveren. Maar wat dat precies is, staat nog niet vast. De opties voor jongeren waaraan wordt gedacht zijn een certificaat, voorrang bij bepaalde sollicitaties of een andere beloning voor de maandenlange inzet.
In ieder geval is een bescheiden geldsom voor de bewezen diensten in beeld. Die kan volgens de bewindsman deels worden betaald uit het jaarlijkse overheidsbudget (oplopend naar 100 miljoen in 2021) en deelnemende organisaties kunnen daarnaast een deel voor hun rekening nemen.
Getuigschrift.
Maar volgens het regeerakkoord is het ook de bedoeling dat de diensttijd een jongere een getuigschrift oplevert van maatschappelijke betrokkenheid. Daarnaast moet het voor iemand met zo’n stempel ook gunstig zijn om te solliciteren bij de overheid. Daar staat vandaag echter niets over in het plan.
Blokhuis: ,,Wij gaan heel goed luisteren naar jongeren hoe we dit in gaan vullen. Het kabinet was in ieder geval enthousiast, het plan werd positief ontvangen in de ministerraad. Hoe we jongeren erkenning geven, hebben we nog niet dichtgespijkerd.”
Daarnaast wilde het kabinet ook kijken of jongeren tot hun 21ste zonder schooldiploma steviger verplicht kunnen worden tot een maatschappelijke diensttijd, maar ook daarover is volgens de bewindsman nog geen knoop doorgehakt.
,,We werken al aan een aantal proefprojecten, de ideeën komen nu bij bosjes binnen. En dan wordt er met meer dan bijzondere belangstelling gekeken naar organisaties die projecten aandragen die voor deze groep, zonder diploma, een meer verplichtend karakter in de voorwaarden hebben staan.”
Volgens Blokhuis wordt de maatschappelijke diensttijd een succes als, naast de bestaande jonge vrijwilligers, een ‘substantieel’ extra aantal jongeren iets betekent voor de maatschappij. ,,Ik ga dat niet in getallen uitdrukken, maar ik heb er vertrouwen in dat het animo uiteindelijk groot zal zijn.”
BRON.