2018 Nouveau - Maria Goos ontmoet Femke Halsema

De plek voor onderwerpen die de samenleving betreffen.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
taigitu
Orakel
Berichten: 14687
Lid geworden op: 04 dec 2011, 14:37

2018 Nouveau - Maria Goos ontmoet Femke Halsema

Bericht door taigitu » 15 sep 2019, 16:43

Maria Goos ontmoet Femke Halsema

Afbeelding

Interview gepubliceerd in de NOUVEAU, 2018.


‘IK HEB GEEN AANLEG VOOR SPIJT’

Ze schrijft, maakt programma’s en staat nu ook in de Nederlandse theaters met een collegetour. ‘Halsema meets Soof’, omschrijft ze haar voorstelling. Na een glanzende politieke carrière is voormalig groen links-voorvrouw Femke Halsema nog steeds bezig haar identiteit te heroveren.

‘Wat ruik je lekker,’ zeg ik als we dicht bij elkaar staan om samen gefotografeerd te worden. Ze zegt: ’Ik las ergens dat dit het luchtje is van Birgit Schuurman. Ik vind haar zo mooi en leuk dat ik dacht: zo wil ik ook wel ruiken.’

‘Ik ben ooit heel onvoordelig afgebeeld in de Telegraaf, dus ik vind het wel fijn om nu eens heel glamoureus gefotografeerd te worden.’

Pats! Ik moet het beeld dat ik van haar had al binnen de eerste vier minuten van onze ontmoeting bijstellen. Ze vraagt: ‘Wat had je dan voor beeld van me?’ Ik zeg: ‘Principieel. En misschien een beetje moralistisch.’

Ze zucht. ‘Wat jammer is dat toch. Nu ben ik al acht jaar uit de politiek en nog steeds ben ik bezig om mijn identiteit te herwinnen. Mensen blijven mij maar zien als de belichaming van Groen Links. Het wordt je niet gegund om te twijfelen of om van mening te veranderen. Ik zit nog steeds in dat politieke keurslijf en dat wil ik niet meer.’

Ben je erg veranderd in die acht jaar na je politieke carrière? ‘Ik heb eerst een tijdje voor de Volkskrant en De Correspondent geschreven, maar ik kreeg er genoeg van dat mensen een voorspelbare mening van je willen horen en niet een gedachte. Ik kreeg reacties als: “Dat zei je helemaal niet toen je bij Groen Links zat.” Toen ben ik daarmee gestopt. Ik heb Pluche geschreven en ben weer gaan studeren; drie dagen per week werk ik in mijn kantoor aan huis. Ik bedoel met studeren, dat ik me verdiep in wetenschappelijke en filosofische benaderingen en inzichten waarin misschien een antwoord of een oplossing verstopt zit voor de problemen van nu. Dat doe ik in de hoop, tot een heldere gedachte te komen die misschien zinvol is. Ik heb heel lang zitten studeren zonder dat er ook maar één heldere gedachte opkwam. Dat is vreselijk, maar als het dan wél gebeurt, is dat een euforisch moment. Alsof je hoofd zich letterlijk opent. Daar is het boek Nergensland, over migratie, uit voortgekomen; ik ben daar best trots op. En ik heb mijn tweeling de afgelopen acht jaar intens meegemaakt, tot hun zesde zag ik ze minder. Ze zijn nu veertien en flink aan het puberen. We zijn eigenlijk met hetzelfde bezig: wie ben ik, wat wil ik? Tijdens de twaalf jaar die ik in de Kamer zat, leek dat werk het centrum van de wereld. Aan persoonlijke vragen kwam ik toen helemaal niet toe.’

Ze schatert: ‘Ik ben zoooooo midlife.’

Heb je er spijt van dat je je kinderen zo weinig hebt gezien? ‘Als er íets in aanmerking komt voor spijt, dan is dat het, maar ik heb geen aanleg voor spijt. Ik heb niet het gevoel dat ze ook maar iets tekort zijn gekomen. Ze hebben een heel aanwezige vader gehad. Het deed wel pijn als ze ’s nachts om hem riepen en niet om mij. Maar dat deed mij pijn en niet hen.’

In 2006 was de tweeling drie jaar. De standpunten waren aan het verharden, je was 40 en toch stelde je je weer verkiesbaar als lijsttrekker. Waarom? ‘Een beetje ijdelheid. En druk. Van mensen die dichtbij mij stonden, hoorde ik dat ik, als ik voor de kinderen zou kiezen, dan “ook zo’n vrouw was”. Ik was erg gevoelig voor dat argument. En ik vond ook dat ik het allemaal moest kunnen.’

Jouw eigen moeder was wethouder in Enschede. Stralend: ‘Ja, ik was zo trots op haar. Ze werkte in een bestuurlijke mannengemeenschap. Ze was heel conventioneel gekleed, droeg plooirokken en pakjes. Ze zei: “Fem, ik kleed me ’s ochtends aan, ik maak me op en al mijn ongeluk verstop ik daarachter.” En ik dacht: “Ja, zo doen we dat. Zo wil ik het ook.”’

Als het niet over politiek gaat, ben je veel toegankelijker, minder formeel. Dan klopt de emotie bij wat je zegt. ‘Dat zegt mijn man Robert (Oey, red.) ook altijd. Jammer is dat, hè? Ik denk dat dat het pakje van mijn moeder is. Blijkbaar denk ik dat nodig te hebben. Ik wil graag in de openbaarheid treden zonder dat pakje.' En dat doe je in je theatercollege. Is dat niet eng? ‘Vreselijk eng. Kijk, natuurlijk zit er een visie achter wat ik in mijn theatercollege zeg, maar die is niet meer partijgebonden. Misschien geeft dat wat ruimte om het zonder die fictieve bescherming van die andere manier van praten te doen.’

Je beschouwende kant komt in je programma meer naar boven en dat is mooi en inspirerend. ‘Dat beschouwende zit heel erg in mijn college. Het is een verhaal over de identiteit van Nederland. Het is iets wat ik de laatste jaren verder heb ontwikkeld en dat past goed bij me. Ik wil ook dat mijn programma mensen aanzet om zelf te gaan nadenken. Maar het blijft eng; ik ben tenslotte geen cabaretier. Het moet een beetje “Halsema meets Soof” worden.’

Dus we mogen zelf kiezen welke richting we op denken? ‘Graag. Er wordt bij mij al gauw een bepaalde richting uit gedacht. Er wordt mij een multiculturele meegaandheid toegedicht, waardoor ik van alles maar zou lopen te vergoelijken. Dat is helemaal niet zo. Ik geloof in een sterke rechtsstaat, waardoor je heel goed van elkaar kan verschillen, maar je zal mij nooit horen zeggen dat de sharia een goed idee is, want dat vind ik niet, of dat hoofddoekjes leuk zijn, want dat vind ik niet. Maar dat is de beklemming van zo’n politiek imago, waar je individualiteit in wordt gesmoord.’

Hoe sta je tegenwoordig in het leven? ‘Ik geniet nog steeds van geen agenda hebben. Van alleen maar naast een vriend in een café zitten en niet eens een gesprek te hoeven voeren. Van een leven in betrekkelijke anonimiteit. Maar ja… de aard van het beestje valt niet te verloochenen. Ik ga niet voor niets weer het podium op.’

Kennelijk heb je toch weer de behoefte om iets uit te dragen, de vraag is in welke hoedanigheid? ‘Als die van publicist. Als iemand die geëngageerd is. Nederland is echt een heel goed idee. En dat wil ik uitdragen, daar ben ik trots op. Ik begin mijn college met de fietsscène uit Turks Fruit. Die scène speelden Robert en altijd ik na, ’s nachts op de Albert Cuyp. Ik at dan een Raketijsje, ik zat achterop en dan slingerden we op de fiets naar mijn huis. Dat zijn momenten waarop je je zó vrij en zó Hollands voelt. Dat is nou de emotie waarvan ik vind dat we er veel trotser op mogen zijn.’

In die zin breng je een positief verhaal in je collegetour ‘Modern Nederland heeft voor mij drie elementen waar ik heel veel van hou. Eén: we zijn een vrijheidlievend land. Twee: we zijn een voortgaand emancipatieproject en drie: we hechten belang aan verdraagzaamheid. Een onderdeel van verdraagzaamheid is decorum, beleefdheid. De afgelopen vijftien jaar doen we alsof eerlijkheid tegenover beleefdheid staat. Alsof die twee elkaar niet verdragen. Het tegendeel is waar.’

Je hebt een onverschrokkenheid, dat vind ik erg leuk en moedig. Lachend: ‘Dat is geen moed. Dat is drift.’

Je hebt soms uitspraken gedaan en beslissingen genomen waarmee je je de woede van je eigen partij en kiezers op de hals haalde. Het steunen van de verhoging van de AOW-leeftijd bijvoorbeeld. Was dat ook drift? ‘Nee. Dat is trouw zijn aan je eigen opvattingen. Je bent trouw aan je vrienden, aan je familie en aan jezelf, maar niet aan een partij. Een partij is niet meer dan een vehikel om gelijkgestemden verenigd te krijgen. Ik ben bereid tot compromissen, maar ook inderdaad heel trouw aan mezelf. Rutte zei ooit: “Je hebt Groen Links en je hebt Femke”. Dat zegt wel iets, denk ik. Toch laat ik mij graag overtuigen van mijn ongelijk hoor, maar dan wel graag met goed doordachte argumenten.’

Maakt dat je eigenlijk niet ongeschikt voor de politiek? ‘Ja. En ook onbegrepen af en toe. Je valt samen met een aantal opvattingen van je partij, maar je bént niet die partij.’

Even terug naar de politieke jaren. Je hebt zoveel tegenwind gehad; partijgenoten zoals Tara Singh Varma die in opspraak raakten, diepe verscheurdheid in de partij, het opstappen van Rosenmöller, de dood van partijgenoot Ab Harrewijn, bedreigingen, beschuldigingen.

In 2002 liep je relatie met Robert, zij het tijdelijk, op de klippen. En toch ging je door. in de politiek. ‘Ik hield ontzettend van het debat en van de politiek zelf. Het is een geritualiseerde en vreedzame oorlog en dat is prachtig. Ik bewaar ongelooflijk goede herinneringen aan de debatten over het homohuwelijk en euthanasie, die ik gevoerd heb. In de beginfase van zo’n onderwerp, waarin de politiek tot een standpunt moet komen, zit er nog ruimte om elkaar op een intellectueel niveau te overtuigen.’

Je ging niet de politiek in om stemmen te winnen, maar om nieuwe ideeën te lanceren. Had je dan niet beter analist kunnen worden? ‘Het is gewoon zo gelopen. Een beetje per ongeluk. En ik kon het gewoon, ik bleek het te kunnen. En ik wilde Paul Rosenmöller ook bijstaan. Paul was mijn leermeester. Mijn beste vrienden zaten in de partij.’

Wat had je gedaan als Groen Links was gaan regeren? ‘Ik had heel graag Groen Links naar de macht geleid, maar was er nooit zelf aan mee gaan doen. Ik was geen minister geworden. Ik hoor bij de mensen die de macht controleren, omdat ik macht een buitengewoon beangstigend, maar noodzakelijk verschijnsel vind. De rechtsstaat is bedoeld voor burgers, om ze te beschermen tegen de macht. In die traditie ben ik altijd blijven staan. Ik voel mij een deel van de tegenmacht.’

Heb jij een autoriteitsprobleem? ‘Ja, ik vind dat gezag verdiend moet worden. Sommige mensen met wie ik het niet altijd eens was, zoals Bos of Donner, kon ik toch respecteren. Balkenende niet. Die maakte de grootste lust tot provocatie in mij wakker. Ik kreeg gewoon zin om te gaan klieren door die man.’

In de laatste jaren van je politieke carrière, tot dusver althans, is je populariteit enorm gestegen. ‘Ja. Ik had inmiddels geleerd om niet zo vaak moreel verontwaardigd te zijn. Dat scheelde, en er was tegen die tijd ook wel behoefte aan analyse, aan beschouwing. Dat blijk ik te kunnen. En daar voel ik me heel prettig bij.’

Wat was er nou eigenlijk leuk aan de politiek? ‘Dat je rondloopt met een enorm gevoel van noodzakelijkheid. Dat kan je wel een beetje pedant maken en dan moet je er ook mee ophouden. Als je erin zit, dan denk je dat politiek het middelpunt van de wereld is. Nu ik eruit ben, kijk ik eigenlijk nooit meer naar debatten. Ik kan gemakkelijk twee weken de kranten niet lezen.’

Mensen die jou niet mogen, hebben de neiging om dat fanatiek uit te dragen. Nu je genoemd wordt als mogelijke burgemeester van Amsterdam, gebeurt dat weer. Is dat een reden om nee te zeggen tegen die positie? ‘O, nou ben je net een echte journalist! Ik kan er echt niets over zeggen. Echt niet.’

Oké. Even over ‘Henk en Ingrid’. Daar lijk je het niet zo op te hebben. ‘Dat is echt niet zo. Ik heb met één ding heel veel moeite: onbeleefdheid. Dat mensen er woedend over worden dat er een groot asielzoekerscentrum in hun kleine gemeenschap bedacht wordt, dat begrijp ik volkomen. Die woede is totaal terecht. Maar als er dan gescandeerd wordt: “Daar moet een piemel in”, dan zijn we echt uitgepraat. En dat verlies van decorum, dat dat vergoelijkt wordt, of door politici zelfs wordt overgenomen, daar heb ik grote moeite mee. En ik vind het een belediging voor “Henk en Ingrid” als politici op die manier dichterbij hen denken te kunnen komen. Daarnaast: ik ben niet iemand die op een barricade moet gaan scanderen. Dat staat Jan Marijnissen heel goed, mij niet. Het ziet er echt niet uit. Ach, dat elitaire imago zal ik wel nooit helemaal kwijtraken.’

Wat zijn je verdere plannen? ‘De helft van de week ben ik bestuurder bij verschillende organisaties en daar verdien ik de kost mee. De andere helft van de week schrijf ik en ik werk samen met Robert, die documentairemaker is, aan het opzetten van een serie over terrorisme. Ook denk ik aan een roman. Maar eerst maar even die theatertour.’

Daar was ook moed voor nodig; je was als de dood om die theatertour te gaan doen en toch doe je het. Waarom? ‘Eerzucht. En ik vind dat het gezegd moet worden. Ik vind dat te weinig mensen progressief Nederland verdedigen. En dat ga ik doen. Ja.’

Ik wil toch nog even terugkomen op dat eventuele burgemeesterschap van je. Kan dat? ‘Ja. Als je dictafoon uitstaat.’
Het werd nog een heel genoeglijke, interessante middag.


FEMKE IN HET KORT
Femke Halsema (Haarlem, 1966) maakte carrière in de politiek, eerst bij de Partij van de Arbeid, later als fractievoorzitter en politiek leider van Groen Links. In 2010 stapte ze uit de politiek. Sindsdien heeft ze verschillende bestuursfuncties gehad en gewerkt als docent en columnist. Daarnaast maakt Halsema tv-programma’s en schrijft zij boeken, zoals Pluche. Politieke memoires en Nergensland. Nieuw licht op migratie. Zij woont in Amsterdam met tv- en documentairemaker Robert Oey en hun tweeling. De oud-politica staat momenteel in de Nederlandse theaters met haar collegetour Een vrij land. www.femkehalsema.nl

http://www.mariagoos.nl/interviews/2018 ... lsema.html
.

.

Vraag je af wat anderen van je denken
en je bent voor altijd hun gevangene.


Lao Tse

Gebruikersavatar
taigitu
Orakel
Berichten: 14687
Lid geworden op: 04 dec 2011, 14:37

Re: 2018 Nouveau - Maria Goos ontmoet Femke Halsema

Bericht door taigitu » 16 sep 2019, 10:21

'Ik dacht: Ik ben alleen van waarde als het publiek mij ziet'

Intervieuw Nathalie Huigsloot - 4 maart 2016

Politieke macht is een man, aldus Femke Halsema (49).
Dertien jaar lang weerde ze zich voor GroenLinks als een vent. Met Pluche schreef ze haar Haagse testament.

Afbeelding

'Op 17 december 2010 maakte ik mijn onmiddellijke vertrek uit de politiek bekend. En de reden is simpel: ik heb er genoeg van.
Na dertien jaar ken ik het klappen van de zweep als geen ander. De harde toon, de wedloop in verontwaardiging met collega's van andere partijen,
de snedigheid, de minzaamheid over kabinetsvoorstellen waarmee je misschien in andere omstandigheden zelf akkoord was gegaan.
En altijd weer die confrontatie met de pers. De eeuwige vraag naar het bestaansrecht van GroenLinks nu de macht zich elders concentreert:
het is vaak enkel een oppervlakkige pesterij bij gebrek aan werkelijke interesse, maar lang niet altijd onterecht.'
Uit: Pluche.

Je partner Robert zei dat jij hem steeds vraagt of hij denkt dat dit boek veel stof zal doen opwaaien. Vanwaar die vraag?

'Ik ben er een beetje beducht voor, want ik weet uit het verleden dat bij alles wat ik deed er wel iemand was die verontwaardigd opstond en wat vond. Dat was een van de redenen waarom ik bewust een privaat bestaan ben gaan leven. Dus ik ben er af en toe een beetje bang voor.'

Waar ben je precies bang voor?

'Dat je weer zo'n golf van haat krijgt, daar heb ik niet zo veel zin in.'

Vond je sommige dingen daarom eng om op te schrijven?

'Ja, maar dat ligt meer op het persoonlijk vlak, op het beschrijven van je eigen tekortkomingen. Als je zo lang als ik politicus bent geweest, ben je erg ingesteld op het niet erkennen van fouten. Want dat is politieke zelfmoord. Er zal zelden een parlementaire journalist opstaan die zegt: 'Wat goed dat je dat erkent.' Nee, iedereen duikt er bovenop en zegt: 'Zie je wel dat ze zwak is!' Ik haal in mijn boek de Canadese ex-politicus Michael Ignatieff aan, die zegt dat politici in 'een gestoorde letterlijkheid' leven. Vanaf het moment dat je politicus wordt, kijken mensen niet meer met de mildheid en vergevingsgezindheid naar je waarmee mensen normaal gesproken naar elkaar kijken. Je komt in een ander universum terecht, waarin elke ondoordachte zin of woord eeuwig blijft bestaan. Ik ben er bevreesd voor daar weer in teruggeworpen te worden.'

Waarom doe je het dan toch?

'Ik heb altijd gevonden dat politici meer moeten schrijven, politici in Nederland doen helemaal niet aan overlevering. Dat komt omdat ze in de wachtkamer van het politieke bestuur blijven zitten. Ze willen weer terug. Dat leidt ertoe dat onze politieke cultuur zo plat als een dubbeltje is en dat je weinig weet over de intenties en de motieven van politici. Maar er waren ook emotionele redenen om aan dit boek te beginnen, ik wilde het een beetje van me af schrijven. Alleen is dat er snel vanaf gegaan. Het is geen therapeutisch boek.'

Werd er van alles in je wakker gemaakt?

'Ja, ik had vaak geen zin meer om te schrijven. Dan dacht ik: waarom zou ik die tijd in hemelsnaam oprakelen? Een aantal ervaringen was ik ook volledig vergeten. Ik ging die Buitenhof- uitzending terugkijken, waarin Theo van Gogh mij aanvalt en links verantwoordelijk stelt voor de moord op Fortuyn. Dat was ik gewoon vergeten. Dat zat vrij dicht bij verdringen, denk ik.'

Waarom heb je bewust zo'n afstand van de politiek genomen?


'Dat is een geleidelijk proces geweest. In het begin voelde ik me nog geroepen me ertegen aan te bemoeien. Na al die jaren voor de camera's te hebben gestaan, was ik gaan denken dat ik vooral van waarde was als het publiek mij zag. Misschien was het een hang naar publieke erkenning en de angst vergeten te worden. Echt, nog jaren nadat ik de politiek had verlaten, betrapte ik mezelf nog weleens op de megalomane gedachte dat ik de mensheid tekort deed als ik mijn mening niet gaf over Syrië of de aanslagen in Parijs. Totaal belachelijk natuurlijk.

'Maar het is alsof je mensen laat zakken. Ik ben zo lang de vertegenwoordiger van een collectief geweest. Soms is er dan de verleiding om in die oude groef te schieten. Ik zette de eerste jaren op Twitter dat publieke leven voort, maar dat doe ik nu nauwelijks meer. De druppel was de Gaza-Israël-discussie, die anderhalf jaar geleden oplaaide. Heel voorzichtig schreef ik daarover iets op Twitter. Gelijk werd ik door zowel de rechtse horken als de Abou Jahjah's meedogenloos aangevallen. Dat zuigt alle energie uit je. Als ik op Twitter kijk, lees ik alleen maar 'zakkenvuller', 'wachtgeld', dat soort kwalificaties. Ik ontvang geen wachtgeld. Bovendien heb ik me niet meer te verantwoorden. Dan denk ik: hoe vaak moet ik mezelf nog verdedigen? Langzaam maar zeker kruipt het erin dat de wereld niet hoeft te weten wat ik doe. Ik heb aanzien verruild voor privacy. En ik vind dat erg prettig.'

Is politiek een drug, iets waarvan je moet afkicken?

'Ja, dat komt door de adrenaline. Maar het rare is dat ik het absoluut niet moeilijk heb gevonden het te laten. Ik was echt ontzettend blij dat het voorbij was. Het is alleen lastig om een nieuw bestaan op te bouwen. Je wisselt niet gewoon van vak, je moet iemand anders worden.'

In je boek schrijf je over de politieke spelletjes die worden gespeeld. Wat was voor jou het toppunt?

'Wat Lubbers heeft gedaan, heb ik het ergste gevonden van wat ik heb meegemaakt. Toen hij in 2010, nadat de formatie van Paars-plus was mislukt, als formateur de mogelijkheden voor een alternatief kabinet moest onderzoeken, klaagde hij tegen mij over zijn imagoprobleem. Hij zei: 'Het kan toch niet zo zijn dat ik met mijn staat van dienst een kabinet met de PVV mogelijk maak.' Ik vond het vreemd dat hij dan de rol van formateur had aanvaard, maar ging er verder niet op in en herhaalde dat ik de voorkeur had voor een Paars-plus-kabinet maar, behalve regeren met de PVV, verder niets uitsloot. Lubbers trad kort daarop naar buiten met de mededeling dat door de weigering van PvdA en GroenLinks hij geen andere mogelijkheid had dan het onderzoeken van een rechts minderheidskabinet. Lubbers gebruikte mij om zijn imago te redden. Dat heb ik echt kwaadaardig gevonden.'

In je boek lijken wel vaker particuliere motieven een grote rol te spelen in het politieke spel. Zoals Job Cohen die chagrijnig wordt over de mogelijkheden van een Paars-plus-kabinet, omdat Mark Rutte, Alexander Pechtold en jij steeds de slappe lach hebben.

'Ja, die was leuk. Na anderhalve week onderhandelen gingen we samen eten in de hoop het enthousiasme voor Paars-plus te versterken. Dat leek ook te lukken, totdat Mark, Alexander en ik tussen twee gangen door even op het terras gingen zitten en Alexander zei: 'Wat zie je er goed uit vanavond, je lijkt nu echt op je poster.' Wat een vrij venijnig grapje was, die poster was zeer geflatteerd. Mark en ik moesten onbedaarlijk lachen en door de spanning van de onderhandelingen en de vermoeidheid konden we niet meer ophouden. Ook terug aan tafel niet. Job raakte daar enorm geërgerd door. Hij kon sowieso niet zo goed tegen vermoeidheid en tegen de snelle uitwisseling van grappen tussen Mark, Alexander en mij, dus terwijl wij nog nahikten, viel hij uit. Hij had er schoon genoeg van, had geen fiducie meer dat er een Paars-plus-kabinet ging komen en had geen zin meer zijn tijd te verdoen met zinloze etentjes! Vervolgens sloeg zijn ergernis over op Mark.'

Tussen jou en Pechtold was geen ergernis, sterker, jullie werden Knabbel en Babbel genoemd.

'Haha, ja, ik vrees dat ik Babbel ben. Wij hebben echt vriendschap gesloten. Ik zei altijd tegen hem: 'Je bent zo'n leuke vriendin. Ik kan ook zo goed over kleding met je praten.' Dat vond hij niet zo'n compliment.'

Jullie sms'en op de raarste momenten met elkaar. Als jullie samen met Jacques Wallage aan tafel zitten, sms je hem: 'Als W mij nog 1 keer zo afkat dan hang ik 'm aan zijn voeten uit het raam.' Waarna Pechtold tot nog grotere ergernis van Wallage in de lach schiet en jij snel onverstoorbaar de andere kant uit kijkt.

'Ja, om contact te houden en een strategie te bepalen, deden we dat vaker.'

CV Femke Halsema

29 april 1966: Geboren in Haarlem. Groeit op in Enschede. Haar moeder was PvdA-wethouder Sociale Zaken.
1984: Havo.
1985: Vrije Hogeschool Driebergen.
1985: Lerarenopleiding. Niet afgemaakt.
1988: Algemene Sociale Wetenschappen, specialisatie Criminologie .
1993: Lid van PvdA. Werkte voor de Wiardi Beckman Stichting, wetenschappelijk bureau gelieerd aan de PvdA.
1997: Verlaat PvdA.
1998: Tweede Kamerlid GroenLinks.
2002: Fractievoorzitter GroenLinks.
2011: Vertrek uit de politiek.
2014: Documentaireserie Seks en de zonde. Mede-bedenkster en co-producent drama-serie De Fractie.

Heden: Medewerker De Correspondent. Voorzitter WeekbladpersGroep, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en het Aidsfonds.

Femke Halsema heeft een relatie met filmmaker Robert Oey. Hun tweeling, Suzy en Bruno, is 12 jaar.

Pluche: een politieke memoire verscheen bij uitgeverij Ambo.

In de Tweede Kamer zie je iedereen bij voortduring op zijn telefoon kijken. Zitten die Kamerleden elkaar dan te sms'en of zijn het ook berichtjes aan hun partner als: 'vergeet je geen melk te halen'?


'Ik denk dat politici meestal het nieuws zitten te volgen op hun telefoon. Er is een raar soort gelijktijdigheid ontstaan. Toen ik begon, zag je een halve dag later een verslag van het debat in de krant, nu word je, terwijl je debatteert, becommentarieerd op Twitter. Dat is heel onrustig. Je kunt teruglopen naar je bank en afgemaakt zijn. De verleiding voor politici is groot om dat te controleren.'

Verhoogt dat de neiging met jezelf bezig te zijn in plaats met de onderwerpen waarvoor je strijdt?


'Dat is in de politiek sowieso onvermijdelijk. Je bestudeert jezelf natuurlijk veel, omdat je effectief wil zijn. Tegelijkertijd moet je ook bereid zijn behoorlijk in je hemd te staan. Het is een kwetsbaar vak. Paul Jansen van De Telegraaf bekende mij eens dat ze zich er bij de krant mee vermaakten om bij elk artikel waarin GroenLinks voorkwam, de allerlelijkste foto van mij te plaatsen. Dan moet je met behoorlijk wat relativering naar jezelf leren kijken.'

Die bewustwording gaat ver, las ik in je boek. Als je tijdens een lijsttrekkersdebat achter een plexiglazen katheder staat, moet je oppassen dat je niet per ongeluk een vochtige hand hebt, die daar een afdruk op maakt. Als je je neus of schouders ophaalt, kan dat een symbolische betekenis krijgen en in de plenaire zaal maak je bij de microfoon de afweging of je het voetpedaal zal gebruiken of toch de handknop, omdat dat allemaal van invloed is op je lichaamstaal.

'Ja, het komt echt op kleine dingen aan. Als ik een interviewtje in de wandelgangen had gedaan, belde mijn moeder na uitzending altijd en zei: 'Fem, je moet meer slapen.' Toen ben ik daar eens naar gaan kijken en kwam erachter wat het probleem was. Er wordt dan een camera op je gericht met licht erboven en omdat die cameramannen allemaal veel groter zijn dan ik, scheen dat licht van boven op mij, waardoor je wallen krijgt. Het gaf mijn houding ook iets kwetsbaars. Want ik stond altijd omhoog te kijken. Terwijl iemand als Marijnissen naar beneden keek, wat een veel sterkere indruk gaf. Dus als het even kon, ging ik op een trapje staan. Want je weet, als vrouw vooral, dat kwetsbaar overkomen gevolgen kan hebben voor je electorale aantrekkingskracht. Want politieke macht in Nederland is een man. Dat leer je ook uit kiezersonderzoeken; vrouwen worden niet als leiders gezien.'

Je maakte dagen van 15 uur. Wat doet die vermoeidheid met je?

'Ik heb het gevoel dat mijn ogen er slechter door zijn geworden. Maar het heeft mij altijd verbaasd hoe goed je het volhoudt door adrenaline en nervositeit. Je zit natuurlijk in zo'n gespannen omgeving.'

Volgens Jesse Klaver hebben veel politici een paracetamolverslaving.

'Daar kan hij wel gelijk in hebben. Tijdens een campagne mag je echt niet ziek worden. Ik probeerde dan ook minder te praten en veel jus te drinken.'

Jesse Klaver neemt soms even afstand door een avond lang schieten-tieten-helikopter-dvd's kijken. Wat deed jij?

'Ik zat in de romantische komedies. Schieten, tieten is minder mijn ding. En ik heb veel Amerikaanse politieke series gekeken. Zoals The West Wing. Toen werd ik ook een stuk beter, haha. Nee, het is meer dat je je helden nodig hebt als politicus. Je had de Amerikaanse film The Contender met een prachtige uitspraak van Napoleon: het kost kleinzieligheid om staatsman te worden en grootsheid om het te blijven.'

Je partner Robert vertelde dat je in beginsel meer een analist was dan een politicus. Dat je probeerde een beschouwer te zijn. Maar dat je uiteindelijk toch in de greep raakte van het winnen. Hoe komt het dat het zo moeilijk is er niet door gegrepen te worden en toch onderdeel te worden van het pluche?

'Als je twaalf jaar in een omgeving leeft waar alles wordt beschreven in termen van winst en verlies, is het onvermijdelijk dat dat jou ook gaat beheersen. Uiteindelijk werd ik ook getiranniseerd door peilingen. Alleen in de politiek en de sport wordt alles in termen van competitie beoordeeld. En dus zelden op de inhoud. Dan ga je ook jezelf zo beoordelen. En dat vreet je toch op, na verloop van tijd.'

Wat ik opvallend vond om te lezen, is dat toen het goed ging met GroenLinks en je aanzien was gestegen, je ineens verveeld raakte.

'Ja, ik was niet meer bang. En dat was een enorme drijfveer voor mij. De angst voor vernedering eigenlijk. Om in je hemd te staan, om het niet goed te doen. Die angst verliet me. Want op een gegeven moment kon ik het wel, ik had het in mijn vingers. Dat was waarom ik besloot dat ik niet de goede persoon was om weer oppositie te voeren.'

Je zou denken, als je niet door het politieke spel wordt gedreven maar door idealen, dat de verveling pas intreedt op het moment dat wereldvrede er is en de werkloosheid opgelost.

Stilte. 'Ja... Grappig. Daar heb je gelijk in natuurlijk. Ja. Ja, je ziet me nu worstelen, hè? Want eigenlijk zeg je: oh, het was je dus niet te doen om idealen, je was alleen bezig met de perfectionering van jezelf... Maar het is meer dat ik altijd door mijn idealen werd gedreven en vertrok toen ik merkte dat ik mezelf als een product ging beschouwen dat ik kon verbeteren. Ik begon me te vervelen omdat het vuur weg was.'

Het gaat er soms zo kinderachtig aan toe. Dat iedereen in de fractie zo dicht mogelijk in de buurt van de leiding aan tafel probeert te komen te zitten, omdat dat betekent dat je belangrijk bent.

'Het is ook kinderachtig. Sowieso in de politiek. Omdat de druk hoog is en het afbreukrisico groot, komt soms het slechtste in mensen naar boven.'

Het woord 'vernederen' valt vaak in je boek.

'Grappig, dat viel mij ook op. Ja, er zijn veel vernederende situaties als politicus. Voor een deel wel zelf aangedaan.'

Wat is dat gevoel van vernedering precies?


'Dat is het gevoel van de keizer zonder kleren. Dat je tussen het publiek naar voren treedt en zelf niet in de gaten hebt dat je naakt bent. En uitgelachen wordt. Het gevoel dat je bijvoorbeeld hebt als je wordt afgesnauwd aan de interruptiemicrofoon en anderen daarom lachen.'

Toen de LPF vlak na de moord op Pim Fortuyn in het kabinet kwam, siste LPF'er Ferry Hoogendijk vanuit de bankjes in de Tweede Kamer naar je: 'Wegwezen jij!' Ik kan me voorstellen dat dat niet als vernederend voelde, maar eerder lachwekkend. Hij deed toch een beetje denken aan Gargamel van de Smurfen.

'O nee, dat was een heftig moment. Ik heb dat heel erg gevonden. Het was ook op een beladen moment. Paul (Rosenmöller) zat thuis met zware beveiliging. De atmosfeer was grimmig. Het was mijn eerste debat waarin ik Paul verving en ik voelde mij in de Kamer onwelkom. Wij waren plotseling van een partij die gewild was aan het Binnenhof en die juichende recensies kreeg in de krant, in het verdomhoekje terechtgekomen. Dat gesis van Hoogendijk voelde intimiderend.'

Op welk moment kijk je beschaamd terug vanwege het politieke spel dat je zelf hebt gespeeld?

'Dat zijn bijvoorbeeld de momenten dat je deelneemt aan een debat en je je een voorstel herinnert dat iemand van een andere partij eerder heeft gedaan en jij brengt het als je eigen voorstel. Dat zijn beschamende dingen waaraan elke politicus zich vroeger of later schuldig maakt. Omdat het om stemmenwinst gaat.'

Het doet denken aan de mede door jou bedachte dramaserie De Fractie. Daar worden ook steeds de gekste plannetjes gelanceerd, puur uit oogpunt van publiciteit.

'Ja. Soms hebben we daar zo'n lol om gehad. Bijna elk jaar deden we in augustus hetzelfde voorstel. Omdat de parlementaire pers weinig geheugen heeft, viel het nooit iemand op. Elk jaar was er weer een studenteninstroom en was er een tekort aan studentenwoningen en elk jaar deden wij weer het voorstel leegstaande kantoorbouwen te gebruiken, haha. Persberichtje eruit, soms een kopie van het persbericht van het jaar ervoor, en meestal hadden we succes. Maar dat vind ik niet echt beschamend. Waarover ik me wel enorm heb geschaamd, is Tara Singh Varma. Omdat ik gewoon te weinig kritisch ben geweest. Ik had eerder moeten optreden. Daardoor heb ik haar uiteindelijk ook kwetsbaar gemaakt.' (GroenLinks-Kamerlid Singh Varma wendde een ernstige ziekte voor. In 2001 verliet ze de Kamer, red.)

Robert vertelde dat je laatst een Poolse vrouw uit het park had meegenomen die zichzelf had onder geplast, en die je vervolgens heeft bestolen. Het deed hem denken aan de kwestie Tara Singh Varma.

'Ja, die associatie begrijp ik. Ik vond die Poolse vrouw zo zielig omdat ze in haar eigen plas zat, maar ze bleek achteraf strontdronken te zijn. Wat ik wel zielig voor mezelf vond, is dat ik, terwijl zij op de wc zichzelf aan het fatsoeneren was, boven oude kleren voor haar ging verzamelen, een broodtrommeltje van de kinderen heb volgepropt met boterhammen zodat ze die kon meenemen plus een thermosfles met koffie, en dat zij plotseling met enorme haast naar buiten liep en ik later die stinkende wc in ging en zag dat ze al mijn make-upspullen had gejat. Maar goed, ik laat me liever af en toe bedonderen dan dat ik cynisch word.'

Gijs van de Westelaken, met wie je de dramaserie De Fractie maakte, zei dat jij ook na de politiek er nog van uitging dat iedereen altijd een dolk in je rug wilde steken. Dat je wantrouwig was.

'Ja, dat vindt hij. Het lastige als je oud-politicus bent, is dat je ook vaak vijandig wordt behandeld. En soms gebruikt wordt voor je bekendheid. Dus er blijft enige aanleiding om achterdochtig te zijn. Maar het is een misvorming.'

Liep dat gevoel van wantrouwen door in je privéleven?

'Je wordt soms uitgescholden op straat. Mensen praten ongegeneerd over je. Als ik met mijn kinderen voorbijloop, hoor ik achter mijn rug: 'Dat is toch dat nare mens van GroenLinks?' Je vangt veel onaardigheden op. Ik ben op de fiets opzettelijk van achteren aangereden. Ik ben ook ooit op straat door een scheldende man tegen een muur gedrukt. Terwijl ik met mijn kinderen op weg was naar een verjaardagspartijtje. Andere ouders hebben mijn kinderen toen meegenomen. Dat soort dingen blijven je wel lang bij.'

Blijft het je kinderen ook lang blij?

'Ze waren opgelucht toen ik stopte. Ze waren natuurlijk nog klein, 7, maar ook toen al: liever geen bekende moeder. Dat hebben ze destijds nooit gezegd, wel achteraf. Ik ben ook echt de loser thuis hoor. Hun vader is filmmaker, dat is een stoer vak. Maar als hen gevraagd werd: 'Wat doet je moeder?', maakten ze een gebaartje met hun hand en zeiden ze: 'blablabla.'

Je bent meerdere keren beveiligd vanwege bedreigingen. Op Twitter schreef iemand: 'Femke, zal je toekijken als ik je kleine dochtertje helemaal uit elkaar trek?' Kregen ze dat ook mee?

'Daar weten ze niets van. Nog steeds niet.'

Op een dag natuurlijk wel. Als ze jouw boek lezen bijvoorbeeld.

'Dat gaan ze niet doen. Ze zijn 12.'

Maar eens zal het er toch van komen?

'Nee, dat staat ergens op pagina 212. Zo ver komen ze nooit, haha.'

Wat zie jij als het grootste offer dat je hebt gebracht?


'Mijn afwezigheid in de eerste jaren dat ze opgroeiden. En de druk die ik op Robert heb gelegd. Je bent niet alleen druk, je wordt ook monomaan. Politiek is er altijd. Je leest nooit ontspannen de krant. Robert vond de aanwezigheid van politiek tiranniek. Hij begreep mijn ambities, maar het gedoe om zo'n politieke partij heen en de verplichtingen die je daaraan had, vond-ie helemaal niks.'

Hij zei dat je zijn bumpersticker hebt weggegooid met...


'Ja! Hij had godsamme een sticker met 'don't mind the environment, it will go away' op onze auto geplakt. Daar heeft hij me mee naar Den Haag laten rijden. Daar had een Telegraaf-journalist me mee moeten fotograferen, dat was einde verhaal geweest.'

Hij zei: 'Ik wil bij wijze van spreken VVD kunnen stemmen en in een enorme benzine slurpende auto kunnen rijden, want ik ben haar niet.'

'Ja, maar politici verkeren wat dat betreft in de jaren vijftig. Men gaat ervan uit dat degene die je als politicus aan je arm meeneemt identiek is aan jou. Robert was daar allergisch voor. Dat gedoe ook met die auto van hem die totaal niet milieuvriendelijk was. Dat was de nagel aan mijn doodskist, haha.'

Moesten jullie nadat jij uit de politiek was gestapt weer aan elkaar wennen?

'Absoluut. Zo'n verhouding raakt ontwricht. Ik was altijd weg. Wij hadden wel het verlangen een beetje samen te gaan werken, maar ik had daar een rooskleurig beeld bij toen ik stopte. Ik realiserende me niet dat ik dan wel enorm gelukkig mocht zijn met het feit dat ik nu thuiskwam en me daar volop op ging concentreren, maar dat dat niet betekende dat ook hij zijn leven gelijk helemaal overhoop schopte. Dus ja, we hebben enorm aan elkaar moeten wennen. We hebben de verhouding moeten herschikken. Een nieuwe vorm van gelijkwaardigheid moeten vinden.'

Was de worsteling in de liefde misschien nog groter nadat je eruit was gestapt dan toen je er nog in zat?


'Ja. Want tijdens die politieke jaren sta je in de overleefstand. En toen ik stopte, hadden we wel allebei een diep gevoel van bevrijding, maar die feestelijke stemming zakte ook weer snel weg. Omdat je een nieuwe verhouding met elkaar moet vinden. Maar goed. Ik draag het boek aan hem op. Dat weet-ie nog niet.'

O ja? En waarom doe je dat?

'Omdat ik het niet zonder hem had kunnen doen...' Ze schiet opeens vol. Tranen wellen op in haar ogen. '...ik word er sentimenteel van...' Dan, zichzelf hardhandig toesprekende: 'Oké klaar.' En een beschaamd, snotterig lachje.

Wat doet je volschieten?

'Je maakt zoveel samen mee, je hebt zoveel van elkaar gevergd. Er zijn stellen die het om minder niet volhouden. We hebben zulke ups en downs gekend. Met dit boek sluit ik die heftige periode af.'

Wat moesten jullie veranderen om elkaar weer te vinden?


'Ehm... competitie kwijtraken. Dat competitieve was ook in onze verhouding geslopen, denk ik. Daar verhardt een verhouding door. We moesten zachter worden. We zijn beter met elkaar gaan praten. En we hebben op een bepaald moment echt het besluit genomen dat we het er niet bij zouden laten. En toen zijn we ons best gaan doen.'

Toen je uit de politiek ging, wist je nog niet wat je zou gaan doen. Je hebt een groepje wijze mannen laten meedenken over de vraag wat jij moest worden.

'Ja, dat was grappig. Het was onder anderen Ben Verwaayen (prominent VVD'er en voormalig topman in het bedrijfsleven, red.), die mij een paar goede adviezen heeft gegeven. Eén: ga niet voor het geld. Die fout zie je veel politici maken. Ga niet voor de status. Veel politici schieten snel in een bestuurlijke functie. Plus: zie jezelf niet meteen als een bestuurder. Want je bent parlementariër, dan ben je eerder creatief dan een bestuurder. Die adviezen hebben mij enorm geholpen de voorspelbare paden te mijden en risico's te durven nemen.'

Had je achteraf bezien niet beter bij D66 of de VVD gepast?

'Absoluut niet.'

Volgens Robert heeft iemand weleens gezegd: 'Het enige dat Femke van dieren weet, is hoe je ze bereidt.'


'Dat heeft Marianne Thieme (fractievoorzitter van de Partij voor Dieren, red.) gezegd. Ze zei: 'Houdt Femke van dieren? Ja, met een sausje erover.' Had ze best gelijk in. Ik ben daarin nooit een prototypische GroenLinkser geweest. Toch is mijn hart altijd bij GroenLinks blijven liggen. Toen ik al twee jaar uit de politiek was, belde Lodewijk Asscher me. Het was twee weken na de verkiezingen in 2012 en GroenLinks was onder leiding van Jolande Sap naar vier zetels gegaan (van tien zetels in 2010, red.). Asscher vroeg of ik minister van Binnenlandse zaken of minister van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse handel wilde worden. Ik dacht gelijk: 'nee', maar zei dat niet direct. Mijn politieke instinct werd meteen weer wakker. Al wilde ik het zelf niet, ik kon op z'n minst onderhandelingsruimte proberen te creëren voor iemand anders van GroenLinks. Vanuit de PvdA was het een briljant plan: door mij GroenLinks-minister te maken, zouden ze verzekerd zijn van de steun van GroenLinks. Zij zouden namelijk nooit deloyaal zijn aan een GroenLinks-minister. Dus feitelijk kreeg de PvdA er zo vier zetels bij en werd daarmee groter dan de VVD. Helaas boycotte de VVD het plan voordat Asscher het serieus kon bespreken. Niet geheel onlogisch, omdat de PvdA met de zetels van GroenLinks erbij groter zou worden dan de VVD in de Tweede Kamer, en zij dus de leiding kon nemen in de formatie.'

Weet je inmiddels het antwoord op de vraag: wat wil ik worden?

'Niet echt. Ik verzamel vooral werk dat ik leuk vind. Ik doe tweeënhalve dag per week bestuurlijk werk, onder meer bij de Weekbladpers Groep. Dat is niet makkelijk. Ik heb veel te leren, maar dat vind ik leuk. Ik denk ook mee met Robert over een documentaireserie. En ik ben bezig met een boek over Robert M. (in 2010 verdachte in een Amsterdamse zedenzaak met 83 kinderen, red.), ik ben van huis uit natuurlijk criminoloog. En ik wil een roman schrijven.'

Ik hoorde dat je moeite hebt afspraken na te komen, om op tijd te zijn, om deadlines te halen.

'Oh, van wie hoorde je dat?'

Van een paar kanten.

'Echt waar? Nou wil ik wel weten van wie.'

Aan de ene kant werd het geduid als prinsessengedrag, aan de andere kant als je 24-uursgevoel van werken, waardoor je te veel hooi op je vork neemt.


'Ja, dat krijg je slecht uit het beestje. Ik heb altijd hard gewerkt en ben dat blijven doen. Maar dat prinsessengedrag klopt ook, moet ik beschaamd bekennen. Het is er in de politiek ingeslopen. Onder verwijzing naar 'oh, oh oh, druk, druk druk, sorry ben een kwartiertje later'. Ja, daar heb ik een handje van. Nu ik het heb toegegeven, wil ik wel weten wie het is. Mijn broer zeker, die heb je ook gebeld toch?'

Nee, die zei dat niet. Hij was vol lof over je.


'Echt waar? Oh, daar ga ik jaren voor betalen.'

Volgens mij zat er geen tegenprestatie aan vast.

'O, haha, sorry. Kijk, nu betrap je me op die verduvelde achterdocht. Zit-ie er toch in.'

https://www.volkskrant.nl/nieuws-achter ... ~b73bee53/
.

.

Vraag je af wat anderen van je denken
en je bent voor altijd hun gevangene.


Lao Tse

Plaats reactie